Tucht

Regelgeving

De artikelen 198 tot 216 van het decreet over het lokaal bestuur en de artikelen 114 tot 140 van het Provinciedecreet vormen de grondslag van de bepalingen over tucht van het personeel van de lokale besturen.

Twee besluiten van de Vlaamse Regering regelen de concrete procedure:

  • het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal bestuur en tot vaststelling van de werking, de samenstelling en de vergoeding van de leden van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire provinciepersoneel.

Onderaan deze webpagina vind je een link naar die besluiten.

Toepassingsgebied

  • alleen voor statutair personeel (met inbegrip van het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel en de op proef benoemden), geen contractanten
  • niet het politiepersoneel, omdat dat onder het toepassingsgebied van de Wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van het personeel van de politiediensten valt
  • niet het brandweerpersoneel, waarvoor art. 281-317 Nieuwe Gemeentewet tot nader order geldt
  • voor het gesubsidieerd onderwijzend personeel geldt het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en BVR 22/5/1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, en omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden van die instellingen.

Beroep tegen een tuchtstraf

Voor het statutair gemeente-, OCMW- en provinciepersoneel is beroep mogelijk bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.

Beroepscommissie voor Tuchtzaken

De Beroepscommissie voor Tuchtzaken treedt op als beroepsinstantie voor alle tuchtbeslissingen van gemeenten, provincies en OCMW’s. Sinds 1 januari 2013 beschikt de Beroepscommissie voor Tuchtzaken niet meer over een hervormingsrecht.

De Beroepscommissie voor Tuchtzaken kan een beroep ongegrond verklaren en de beslissing van de tuchtoverheid bevestigen. Ze kan een beroep gegrond verklaren en de beslissing van de tuchtoverheid vernietigen.

De Beroepscommissie voor Tuchtzaken kan ook een tussenbeslissing nemen om het bestuur de kans te geven de vastgestelde onregelmatigheid recht te zetten (bestuurlijke lus). Ze deelt dan aan de partijen mee op welke wijze het beroep verder wordt behandeld na kennisname van de beslissing van de tuchtoverheid tot herstel van de onwettigheid en uiterlijk na het verstrijken van de termijn om de onwettigheid te herstellen.

De Beroepscommissie heeft tenslotte een beslissingsbevoegdheid om een termijn van uitspraak te verlengen. Ze kan de oorspronkelijke termijn van zestig dagen eenmaal verlengen met een termijn van zestig dagen. Het beroep ingediend bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken schorst de uitvoering van de beslissing van de tuchtoverheid niet.

De Beroepscommissie bestaat uit drie leden die door de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar. Ze is samengesteld uit een voorzitter, een assessor afkomstig uit een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en een assessor-deskundige met een bijzondere kennis van het tuchtrecht of van het administratief recht. Voor ieder effectief lid van de Beroepscommissie wijst de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur een plaatsvervanger aan die voldoet aan dezelfde voorwaarden.

De Beroepscommissie voor Tuchtzaken is samengesteld als volgt:

  • De heer Jan Kamoen wordt benoemd tot effectief voorzitter van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Danny De Schepper wordt aangewezen als eerste plaatsvervangend voorzitter van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Frederic Eggermont wordt aangewezen als tweede plaatsvervangend voorzitter van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • Mevrouw Veerle Goethals wordt benoemd tot effectief assessor, afkomstig uit een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • Mevrouw Barbara Delatere wordt aangewezen als plaatsvervangend assessor, afkomstig uit een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Bart Vrancken wordt aangewezen als plaatsvervangend assessor, afkomstig uit een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • Mevrouw Greet Buysen wordt aangewezen als plaatsvervangend assessor, afkomstig uit een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer André Deruyver wordt benoemd tot effectief assessor-deskundige bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Dany Socquet wordt aangewezen als plaatsvervangend assessor-deskundige bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Tom De Gendt wordt aangewezen als plaatsvervangend assessor-deskundige bij de Beroepscommissie voor Tuchtzaken.
  • De heer Sander Opsomer is aangewezen als griffier.

Contactgegevens:
Beroepscommissie voor Tuchtzaken
Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel
Tel. (02) 553 39 98

griffieBCT@vlaanderen.be