Oprichting of aanpassing

Besturen die al een deontologische commissie hebben, brengen de samenstelling en werking van die commissie in lijn met de bepalingen van het decreet. Ze verankeren de samenstelling, werking en bevoegdheid van de commissie in de deontologische code.

Gemeenten die nog geen deontologische commissie hebben, richten er een op in lijn met de bepalingen van het decreet.

Twee commissies 

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn richten elk een eigen deontologische commissie in: 1 voor de gemeenteraad en 1 voor de raad voor maatschappelijk welzijn.

De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:

  • de gemeenteraadsleden
  • de voorzitter van de gemeenteraad
  • de schepenen
  • de burgemeester
  • de districtsraadsleden
  • de voorzitter van de districtsraad
  • de districtsschepenen
  • de districtsburgemeester. 

De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:

  • de OCMW-raadsleden
  • de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn
  • de voorzitter en de leden van het vast bureau
  • de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan gelijkaardig of identiek zijn aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Toch gaat het om 2 afzonderlijke commissies.