Looptijd van een opdracht

Artikel 57, tweede lid van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten stelt:

“Een opdracht kan van bij de sluiting een of meer verlengingen omvatten, overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten vermelde nadere regels. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, moet over het algemeen beperkt blijven tot vier jaar na het sluiten van de opdracht. De verlenging mag geen aanleiding geven tot een wijziging van de algemene aard van de opdracht.”

Deze bepaling laat dus ruimte om de duur van een overheidsopdracht voor een langere periode aan te gaan maar er moet in ieder geval voor gezorgd worden dat de mededinging niet voor een onredelijk lange termijn geblokkeerd wordt. Er moet een redelijk verband bestaan tussen het voorwerp van de opdracht en de duur ervan.

De wetgever legt evenwel volgende beperkingen in tijd op voor het gebruik van bepaalde technieken om een overheidsopdracht te plaatsen.

De herhalingsopdrachten voor werken en diensten (artikel 42, §1, 2° Wet)

Van deze mogelijkheid kan men slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op de oorspronkelijke opdracht gebruik maken.  

De aanvullende leveringen (artikel 42, §1, 4°, b Wet)

Ook van deze mogelijkheid kan men slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op de oorspronkelijke opdracht gebruik maken.

Raamovereenkomsten (artikel 43, §2, tweede lid Wet)

De duur van een raamovereenkomst, alsook van de opdrachten die erop gebaseerd zijn, is beperkt tot vier jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de looptijd van de raamovereenkomst of van de afzonderlijke opdrachten meer dan vier jaar bedragen. Deze gevallen moeten afdoende gemotiveerd worden op grond van het voorwerp van de opdracht. 

De looptijd van de afzonderlijke opdrachten bij een raamovereenkomst hoeft niet samen te vallen met de looptijd van die raamovereenkomst zelf en kan al naar gelang van de behoefte korter of langer zijn.

De Memorie van Toelichting verduidelijkt met volgende voorbeelden: 

voor langere individuele opdrachten:

  • Wanneer het onderhoud van apparatuur met een verwachte gebruiksduur van meer dan vier jaar onder de opdracht valt.
  • Wanneer personeel een uitgebreide opleiding nodig heeft om de opdracht uit te voeren.

voor langere raamovereenkomsten: 

  • Wanneer de ondernemers over apparatuur moeten beschikken met een afschrijvingstermijn van meer dan vier jaar en die gedurende de gehele looptijd van de raamovereenkomst altijd beschikbaar moet zijn.