Kan het bestuur voorwaarden of beperkingen opleggen aan de deeltijdse prestaties na ziekte?

Mogen de deeltijdse prestaties na ziekte beperkt worden tot maximum drie maanden? Mag de raad bepalen dat deeltijdse prestaties na ziekte alleen toegekend wordt na langdurige ziekte?

Elk bestuur moet de regeling van deeltijdse werkhervatting na ziekte in de rechtspositieregeling uitwerken, zodat statutaire personeelsleden de mogelijkheid hebben er een beroep op te doen.

Artikel 190 van het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 bepaalt dat het statutaire personeelslid daarvoor toestemming kan krijgen voor een periode van ten hoogste drie maanden, eventueel meermaals verlengbaar met ten hoogste drie maanden. De formulering van artikel 190 zelf houdt voor de concrete toepassing een vrij ruime beoordelingbevoegdheid in voor het bestuur. De raad kan wel beperkingen in de duur opleggen. Hij kan zich aan de maximumgrens van drie maanden houden of de mogelijkheid van verlenging tot één periode beperken. Anderzijds is het aan te raden de voorwaarden niet te strikt te omschrijven. Het bestuur kan zich immers niet uitspreken over het al dan niet geoorloofd of wenselijk zijn van de deeltijdse werkhervatting. Dat is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts. Een doktersattest volstaat. Het bestuur kan de deeltijdse werkhervatting wel weigeren om dienstredenen.