Taalgebruik besturen van de eredienst

Voor de individuele burger in België geldt het principe van de taalvrijheid. Privépersonen hebben de vrijheid om de taal te gebruiken die zij verkiezen.

Het gebruik van de in België gesproken talen is in principe vrij. De wetgever mag slechts in een beperkt aantal domeinen de taalvrijheid inperken en het taalgebruik regelen. Artikel 30 en 129 van de Belgische Grondwet sommen die op:

  • de handelingen van het openbaar gezag
  • de gerechtszaken
  • de bestuurszaken
  • het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen
  • de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel
  • de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen

De taalwetgeving in bestuurszaken legt vast in welke taal de overheid moet communiceren met burgers en omgekeerd (en tussen overheden). Het woord “overheid” moet ruim gezien worden: de facto betekent dit de hele openbare dienstverlening: gemeentebesturen, ministeries en openbare instellingen. En dus ook besturen van de eredienst.

Maar soms moeten ook privépersonen rekening houden met beperkingen op het vlak van de taalwetgeving, bijvoorbeeld wat het taalgebruik in bestuurs- en gerechtszaken betreft.

De taalwetgeving in bestuurszaken is gebaseerd op de indeling in taalgebieden.

België telt vier taalgebieden:

  • het Nederlandse taalgebied
  • het Franse taalgebied
  • het Duitse taalgebied
  • het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (Nederlands en Frans)

Het Nederlandse taalgebied omvat alle 300 gemeenten uit het Vlaamse Gewest, met inbegrip van de faciliteitengemeenten in Vlaanderen. Onder het homogeen Nederlandse taalgebied worden de gemeenten uit het Vlaamse Gewest verstaan met uitsluiting van de faciliteitengemeenten.

Het Nederlandse taalgebied is ééntalig. De bestuurstaal is het Nederlands.

De Vlaamse faciliteitengemeenten zijn de rand- en taalgrensgemeenten in Vlaanderen. Voor hen gelden bijzondere regels waardoor Franstalige inwoners in bepaalde gevallen met de overheid – in casu met een bestuur van de eredienst – in het Frans kunnen communiceren, als ze dat wensen.

De 6 randgemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel zijn:

  1. Sint-Genesius-Rode
  2. Linkebeek
  3. Drogenbos
  4. Wemmel
  5. Kraainem
  6. Wezembeek-Oppem

De Vlaamse taalgrensgemeenten zijn:

  1. Bever
  2. Herstappe
  3. Mesen
  4. Ronse
  5. Spiere-Helkijn
  6. Voeren

Ook voor deze gemeenten geldt het basisprincipe dat de bestuurstaal het Nederlands is. Maar er gelden dus uitzonderingen voor het gebruik van het Frans.

Taalgebruik in bestuurszaken – algemene regeling

Het Grondwettelijk Hof heeft op 19 december 2019 bevestigddat een bestuur van de eredienst van een erkende lokale geloofsgemeenschap als openbare instelling onderworpen is aan de bestuurstaalwetgeving.

Op de verbonden structuren, zoals de onderliggende vzw van een erkend bestuur van de eredienst, is de bestuurstaalwetgeving niet van toepassing.

De gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (ook de Bestuurstaalwet of afgekort: SWT) verdeelt de diensten, waarop zij van toepassing is, in 4 soorten naargelang de werkkring van de dienst. Twee ervan zijn van belang voor lokale geloofsgemeenschappen die door Vlaanderen worden erkend. De Vlaamse besturen van de eredienst zijn ofwel een “plaatselijke dienst” ofwel een “gewestelijke dienst”:

  • Plaatselijke diensten: diensten waarvan de werkkring niet meer dan 1 gemeente bevat. Een bestuur van de eredienst met een gebiedsomschrijving binnen 1 gemeente, is een plaatselijke dienst.
  • Gewestelijke diensten: diensten waarvan de werkkring meer dan 1 gemeente omvat, maar niet het hele land (bijvoorbeeld een provincie). Een bestuur van de eredienst met een gebiedsomschrijving die zich over meerdere gemeenten uitstrekt is een gewestelijke dienst.

Besturen van de eredienst met uitsluitend gemeenten in het homogeen Nederlandse taalgebied in de werkkring

Overeenkomstig de Bestuurstaalwet gebruiken de plaatselijke diensten in het homogeen Nederlandse taalgebied het Nederlands als bestuurstaal. De gewestelijke diensten in het Nederlandse taalgebied, waarvan de werkkring zich beperkt tot gemeenten in het homogeen Nederlandse taalgebied, gebruiken het Nederlands als bestuurstaal.

Dus: zowel besturen van de eredienst met een gebiedsomschrijving binnen 1 Vlaamse gemeente als besturen van de eredienst met een gebiedsomschrijving die zich over meerdere gemeenten binnen Vlaanderen uitstrekt, gebruiken in het homogeen Nederlandse taalgebied het Nederlands als bestuurstaal.

Voornoemde besturen van de eredienst gebruiken het Nederlands in:

  • hun binnendienst: voor een bestuur van de eredienst gaat het over het taalgebruik dat bestuursleden en bedienaars van de eredienst onderling gebruiken in hun officiële activiteiten als bestuur van de eredienst. Concreet: een vergadering van de kerkraad, bestuursraad, kerkfabriekraad of van het comité van een bestuur van de eredienst (plaatselijke/gewestelijke dienst) in Vlaanderen, verloopt in het Nederlands. Dit betekent dat alle leden van het bestuur van de eredienst, inclusief de bedienaar, het Nederlands gebruiken tijdens deze vergadering. Een intern document zoals een instructie van de voorzitter gericht aan de secretaris of de penningmeester, of van de voorzitter naar de leden van het bestuur moet in het Nederlands zijn opgesteld. Een intern document zoals bijvoorbeeld een huishoudelijk reglement van het bestuur van de eredienst, maar ook notulen van een vergadering van het bestuursorgaan, moet in het Nederlands worden opgesteld.
     
  • hun betrekkingen met andere overheidsdiensten: voor een bestuur van de eredienst is dat voornamelijk het taalgebruik in contacten met de toezichthoudende overheden (provinciegouverneur, Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur, gemeenten en provincies). Ook hier geldt dat het bestuur van de eredienst uitsluitend het Nederlands gebruikt in zijn betrekkingen met deze diensten. Het gaat dan bijvoorbeeld over briefwisseling met de voornoemde overheden, een overleg of vergadering met de voornoemde overheden, de opmaak en het indienen van een dossier van een erkenningsaanvraag of een gebiedswijziging, e.d. Contacten van een Vlaams bestuur van de eredienst met federale overheidsdiensten of met de federale minister (of ministers), verlopen eveneens in het Nederlands.
     
  • de berichten en mededelingen voor het publiek: de algemene communicatie van een bestuur van de eredienst, gericht naar een breed, niet geïndividualiseerd publiek (zoals de algehele lokale geloofsgemeenschap), moet in het Nederlands verlopen. Bijvoorbeeld een oproep naar kandidaten voor de verkiezingen van de kerkraad, bestuursraad, kerkfabriekraad of het comité, wordt in het Nederlands opgesteld. Als er aan het eredienstgebouw een affiche wordt uitgehangen, met een aankondiging van een evenement, moet die affiche in het Nederlands zijn, wanneer dat evenement wordt georganiseerd door het eredienstbestuur. En ook de naam van het bestuur van de eredienst moet een Nederlandstalige naam zijn.
     
  • het gebruik van formulieren: als een bestuur van de eredienst een formulier ter beschikking stelt van de leden van de lokale geloofsgemeenschap, zoals een vragenlijst of een aanvraagdocument, dan moet dit in het Nederlands zijn opgesteld.
     
  • hun betrekkingen met particulieren: als het bestuur van de eredienst een brief schrijft aan een privépersoon, dan moet die brief in het Nederlands zijn. Als een burger ter plaatse bij het eredienstbestuur (bijvoorbeeld op de maatschappelijke zetel van het bestuur van de eredienst) een inlichting komt vragen, dan moet hij dat in principe in het Nederlands doen. Het bestuur van de eredienst is sowieso verplicht om de burger in het Nederlands te antwoorden. Als diezelfde burger, lid zijnde van de lokale geloofsgemeenschap, tijdens de liturgie in het gebouw van de eredienst, een gesprek aanknoopt met andere gelovigen of met leden van het bestuur van de eredienst die op de viering aanwezig zijn, mag het gesprek in de taal naar keuze zijn. In dit geval gaat het om privé-contacten, niet in overheidscontext. Hier geldt de bestuurstaalwetgeving niet.

Besturen van de eredienst met uitsluitend faciliteitengemeenten in de werkkring

De besturen van de eredienst met uitsluitend faciliteitengemeenten in de werkkring gebruiken in hun binnendienst en in de betrekkingen met overheidsdiensten uitsluitend het Nederlands.

Zij moeten berichten en mededelingen in het Nederlands en in het Frans verspreiden, met voorrang voor het Nederlands.

Besturen van de eredienst in de 6 randgemeenten moeten formulieren in het Nederlands en in het Frans verspreiden, met voorrang voor het Nederlands. Besturen van de eredienst in de taalgrensgemeenten mogen formulieren enkel in het Nederlands verspreiden.

In de betrekkingen met individuele burgers gebruiken besturen van de eredienst in de faciliteitengemeenten het Nederlands. Een Franstalige inwoner van een faciliteitengemeente kan aan een bestuur van de eredienst in een faciliteitengemeente wel uitdrukkelijk verzoeken om de betrekkingen in het Frans te laten verlopen.

Besturen van de eredienst met gemeenten in het Nederlands taalgebied waaronder ook faciliteitengemeenten in de werkkring

Besturen van de eredienst waarvan de werkkring zowel gemeenten uit het homogeen Nederlandse taalgebied als faciliteitengemeenten omvat gebruiken in hun binnendienst en in de betrekkingen met overheidsdiensten uitsluitend het Nederlands.

Zij moeten berichten en mededelingen in het Nederlands verspreiden indien de zetel gevestigd is in een gemeente zonder speciale taalregeling. Indien de zetel gevestigd is in een faciliteitengemeente moeten ze de berichten en mededelingen in het Nederlands en in het Frans verspreiden, met voorrang voor het Nederlands.

Besturen van de eredienst met zetel in een gemeente zonder speciale taalregeling moeten formulieren in het Nederlands verspreiden. Wanneer het bestuur van de eredienst echter gevestigd is in een gemeente zonder speciale taalregeling dienen de formulieren ten aanzien van het publiek uit de randgemeenten in het Nederlands en Frans te worden verspreid. De besturen van de eredienst met zetel in een randgemeente dienen de formulieren in het Nederlands en in het Frans te verspreiden, met voorrang voor het Nederlands. Besturen van de eredienst met zetel in een taalgrensgemeente mogen formulieren enkel in het Nederlands verspreiden.

In de betrekkingen met individuele burgers gebruiken besturen van de eredienst het Nederlands. Een Franstalige inwoner van een faciliteitengemeente kan aan een bestuur van de eredienst wel uitdrukkelijk verzoeken om de betrekkingen in het Frans te laten verlopen.

Taalgebruik in de liturgie

Het taalgebruik van de liturgie, de riten of de preken kan vanwege de scheiding tussen kerk en staat niet worden geregeld door de overheid. Dit is grondwettelijk vastgelegd. Zo mag bijvoorbeeld een anglicaanse bedienaar zijn gelovigen toespreken in het Engels, mogen joodse plechtigheden worden verzorgd in het Hebreeuws en islamitische in het Arabisch of het Turks.

Bij sommige erediensten spreken en begrijpen de jongeren zelf de traditionele taal van de liturgie niet meer.

Daarnaast is het gebruik van het Nederlands tijdens de liturgie ook een belangrijk verbindend element bij de inschakeling van de lokale geloofsgemeenschap in de lokale Vlaamse samenleving.

Vandaar dan ook een warme oproep naar de besturen van de eredienst toe om zo mogelijk het Nederlands te gebruiken tijdens de liturgie en om preken te vertalen in het Nederlands. Als de bedienaar tijdens de liturgie de gelovigen toespreekt en het heilige boek vertaalt naar de praktijk van elke dag, of als er daarrond communicatie wordt gevoerd, is het belangrijk dat er gekozen wordt om dit maximaal in het Nederlands te doen. Dit is een belangrijke hefboom om onze samenleving succesvol te maken en om de integratie te bevorderen. Het gebruik van het Nederlands in onze samenleving is het verbale verbindingsmiddel tussen alle burgers van onze samenleving.