Voorontwerp van decreet verankert indeling in referentieregio’s en principes van regiovorming

Publicatiedatum
maandag 4 april 2022

Op 1 april 2022 gaf de Vlaamse Regering haar eerste principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet over regiovorming en tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, hierna het Regiodecreet genoemd. Dit voorontwerp werd inmiddels voor onderhandelingen voorgelegd aan de sociale partners. Ook het advies van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Exello.net en Vlofin werd ingewonnen met het oog op een tweede principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering.

De Vlaamse Regering wil inzetten op regiovorming via referentieregio’s: gebiedsafbakeningen die het afstemmingsniveau worden voor alle vormen van intergemeentelijke en bovenlokale samenwerking.   Het huidige Vlaams Regeerakkoord en de beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid  gaven een aanzet, die verder geconcretiseerd werd in verschillende kadernota’s rond regiovorming. Op 9 oktober 2020 keurde de Vlaamse Regering een eerste kadernota goed met de visie op regiovorming en het kader voor de verdere aanpak deze regeerperiode. Op 12 maart 2021 keurde de Vlaamse Regering een tweede kadernota goed met de afbakening van referentieregio’s in vier van de vijf Vlaamse provincies. Op 4 februari 2022 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de regioafbakening van de provincie Limburg.

Daarna werd het startsein gegeven voor de opmaak van een decretale rechtsgrond voor regiovorming. Het (voorontwerp van) Regiodecreet zorgt voor een decretale verankering van de referentieregio’s en definieert het concept, het toepassingsgebied, de principes en de gevolgen van regiovorming.

  • Het Vlaamse Gewest wordt ingedeeld in 15 referentieregio’s, zoals opgenomen in de bijlage bij het ontwerpdecreet. Elke gemeente behoort tot 1 referentieregio.
  • Het Regiodecreet is van toepassing op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid in de zin van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Concreet gaat het om projectverenigingen, dienstverlenende verenigingen en opdrachthoudende verenigingen (al dan niet met private deelname).
  • Het toepassingsgebied beperkt zich momenteel tot die samenwerkingsverbanden die door de gemeenten van onderuit opgericht worden met het oog op de gemeenschappelijke behartiging van doelstellingen van gemeentelijk belang. Ook de samenwerkingsverbanden die door Vlaanderen gestimuleerd of opgelegd worden, zullen zich moeten organiseren volgens de referentieregio’s. Dit gebeurt via sectorale regelgeving van de betrokken Vlaamse beleidsdomeinen, of via een uitbreiding van het toepassingsgebied van het Regiodecreet.
  • Gemeenten organiseren hun intergemeentelijke samenwerkingsverbanden binnen de grenzen van hun eigen referentieregio. Supraregionale samenwerking blijft mogelijk. Het staat de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vrij een gemotiveerde aanvraag tot tijdelijke of definitieve afwijking van de principes van regioconform samenwerken aan te vragen. De Vlaamse Regering beoordeelt die aanvraag.  
  • Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die vanaf 1 januari 2023 opgericht worden, zullen zich meteen aan de referentieregio’s moeten conformeren. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die vóór die datum  opgericht zijn, moeten uiterlijk op 31 december 2030 in overeenstemming zijn met de principes van regioconform samenwerken.
  • Het Regiodecreet bevat een stimulans voor samenwerking tussen lokale besturen binnen eenzelfde referentieregio op het vlak van personeelsmobiliteit: de regiomobiliteit.
  • Het Regiodecreet introduceert 2 bijkomende instrumenten voor democratische verantwoording van de regiowerking (naast de bestaande in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur). Enerzijds wordt de regiowerking een vast maandelijks punt op de agenda van het college van burgemeester en schepenen, anderzijds wordt de regiowerking minstens tweemaal per jaar op de agenda van de gemeenteraad geplaatst.
  • Het Regiodecreet wijzigt tot slot ook het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Zowel voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als voor verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn wordt het goedkeuringstoezicht afgeschaft en vervangen door een voorafgaand niet-bindend advies van de Vlaamse Regering. Het goedkeuringstoezicht blijft wel in overgang behouden zolang een intergemeentelijk samenwerkingsverband niet voldoet aan de principes van regioconform samenwerken.

Raadpleeg onderaan deze pagina de nota aan de Vlaamse Regering, het voorontwerp van decreet en de memorie van toelichting.

Meer info over regiovorming