Rechtsgrond bevoegdheden directeursfuncties

Als de aanstelling van de directeur gebeurd is, put die dan zijn bevoegdheden al uit het decreet lokaal bestuur, zelfs als die bepalingen nog niet in werking getreden zijn? Artikel 174 DLB (resp. 178 DLB) dat stelt de algemeen (resp. financieel) directeur de bevoegdheden uitoefent die aan de secretaris (resp. financieel beheerder) zijn toevertrouwd, treedt pas in werking op 1 januari 2019. Of oefent de algemeen (resp. financieel) directeur de bevoegdheden van de gemeentesecretaris/OCMW-secretaris (resp. financieel beheerders) in het gemeentedecreet/OCMW-decreet uit ?

Het decreet lokaal bestuur zelf treedt grotendeels pas in werking op 1 januari 2019. De aanstelling van algemeen en financieel directeur gaat het decreet lokaal bestuur bijgevolg vooraf, tenzij geen beslissing wordt genomen voor 1 augustus 2018. Om dit te overbruggen bepaalt artikel 587 DLB dat de algemeen (resp. financieel) directeur in deze overgangsfase alle taken en bevoegdheden uitoefent die het Gemeente- en OCMW-decreet aan de secretaris (resp. financieel beheerder) van gemeente en OCMW toevertrouwen. De directeurs staan vanaf hun aanstelling ten dienste van gemeente en OCMW (artikel 587, derde lid DLB).

De directeuren oefenen in eerste instantie dus nog de bevoegdheden conform de huidige organieke decreten uit, maar wel ten dienste van de beide besturen (gemeente en OCMW), om pas na 1 januari 2019 binnen het kader van het decreet lokaal bestuur te opereren.