Heeft een aftredende schepen ook recht op de uitbetaling van een vakantiegeld voor de niet-opgenomen vakantiedagen?
Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris voorziet niets over het recht op vakantiedagen en het recht op betaald verlof (de mandatarissen hebben geen vakantiedagen). Artikel 12 van het besluit verwijst alleen naar het ("dubbel") vakantiegeld zoals voorzien door het besluit van 13 september 2002 van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel, dat het statutair-vastbenoemd personeel betreft.
Sedert 2006 bedraagt het vakantiegeld van het personeelslid voor volledige prestaties die gedurende het hele referentiejaar werden verricht, 92 % van een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand maart van het vakantiejaar.