Wat is bij de vergoeding van de woon-werkverplaatsingen verplicht?

Situering:  BVR van 7/12/2007 - art. 163

Verplicht:
- De lokale besturen zijn op grond van artikel 1 van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, verplicht om voor het gebruik van de trein voor de verplaatsing van en naar het werk bij te dragen in de kosten van het sociale treinabonnement.
- Het personeelslid dat minstens 66% arbeidsongeschikt is, ontvangt een vergoeding voor de verplaatsing met de wagen (beperkt tot kostprijs treinkaart 2de klasse).

- De fietsvergoeding is verplicht, maar de besturen kunnen zelf de hoogte van het bedrag bepalen, binnen zekere grenzen (artikel 164 van het Rechtspositieregelingsbesluit).
Facultatief:
- Voor het gebruik van bus, tram of metro beslissen de besturen autonoom in welke mate ze de verplaatsingen voor het woon- werkverkeer vergoeden aan het personeelslid.
- Het treinabonnement kan ook voor een hoger bedrag of zelfs volledig door het bestuur ten laste genomen worden.