Hoe worden overuren die gepresteerd worden door een personeelslid van niveau A gecompenseerd?

Situering:  BVR van 7/12/2007 - art. 140

Voor de personeelsleden van niveau A werd een regeling vastgesteld die enigszins afwijkt van die voor de andere personeelsleden. Zie daarvoor artikel 141, §4 van het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007.
Personeelsleden van niveau A die onder het toepassingsgebied van de Arbeidstijdwet van 14 december 2000 vallen, hebben net als de personeelsleden van de andere niveaus recht op de wettelijk verplichte inhaalrust bij de overschrijding van hun gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Overuren voor personeelsleden van niveau A worden gecompenseerd a rato van 1 uur voor 1 uur. Als het personeelslid van niveau A binnen een periode van 4 maanden zijn openstaande overuren niet heeft kunnen opnemen om redenen buiten de eigen wil, ontvangt het voor elk nog openstaand overuur een uursalaris (is gelijk aan 1/1976 van het jaarsalaris).
We merken op dat overuren heel strikt gedefinieerd zijn. Om van een overuur te kunnen spreken moet cumulatief aan de drie voorwaarden, vermeld in artikel 141, §1, eerste lid, van het genoemde besluit voldaan zijn. Het is dus niet voldoende om een positief saldo te hebben op een prikkaart om van overuren te kunnen spreken.