Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen: stand van zaken
Zoals afgesproken in het Regeerakkoord 2014-2019 bundelt het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen van 23 december 2016 drie financieringsstromen in een Vlaams investeringsfonds.
De middelen van het federale grootstedenbeleid, de stadsvernieuwingsprojecten en het Plattelandsfonds worden ingezet voor lokale investeringen, met respect voor de huidige focus en verhoudingen. Concreet betekent dit dat:
- de middelen van het voormalige federale grootstedenbeleid ingezet worden voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten in de centrumsteden Antwerpen, Gent, Mechelen, Oostende en Sint-Niklaas;
- de middelen van stadsvernieuwing ingezet worden voor jaarlijkse oproepen naar project- en conceptsubsidies voor stadsvernieuwingsprojecten in de 13 centrumsteden, de 21 provinciale steden en de VGC (Brussels Gewest), alsook voor kleinschalige thematische oproepen;
- de middelen van het Plattelandsfonds voortaan besteed worden aan investeringen in materiële vaste activa in de 50 in aanmerking komende plattelandsgemeenten.
De Vlaamse Regering keurde op 24 februari 2017 principieel het uitvoeringsbesluit bij dit decreet goed. Met het oog op een definitieve goedkeuring wordt het uitvoeringsbesluit voor advies voorgelegd, eerst bij de strategische adviesraden en vervolgens bij de Raad van State.
Stadsvernieuwing 2017
Voor stadsvernieuwing zijn vanaf 2017, naast een jaarlijkse oproep naar project- en conceptsubsidiëring, ook thematische oproepen mogelijk. Dit laatste moet wel nog verder geconcretiseerd worden.
Met de concept- en de projectsubsidies wordt verder ingezet op duurzame en innoverende vernieuwingen binnen de stedelijk gebouwde ruimte. Deze stadsprojecten vervullen een hefboomfunctie in de bredere ontwikkeling van de stad en zijn als dusdanig een veruitwendiging van de stedelijke visie van het lokale bestuur. De kwaliteit van het ontwerp, de planning en haalbaarheid, de coproductie tussen private, publieke en civiele actoren, de samenlevingsopbouw en participatie en last but not least de integrale duurzaamheid (ecologisch, sociaal en economisch) blijven belangrijk bij de beoordeling door de multidisciplinaire jury.
De concrete timing van de oproep 2017 naar stadsvernieuwingsprojecten wordt gecommuniceerd nadat het besluit van de Vlaamse Regering definitief is goedgekeurd.