Hoe kan de rechtspositieregeling ervoor zorgen dat het bestuur zich engageert voor de opleiding van het personeel en dat het personeelslid zich engageert voor permanente vorming?

Situering:  BVR van 7/12/2007 art 54

Er is een vormingsrecht en een vormingsplicht. De concretisering ervan wordt in het vormingsreglement geregeld. Op grond daarvan kan er een vormingsplan met vormingsverplichtingen worden opgesteld waarin de koppeling gemaakt wordt met de evaluatie. Vorming kan ook een aanvullende voorwaarde zijn voor bevordering. Hoewel het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 geen vereiste van aanvullende vorming meer oplegt voor de toegang tot de rang C4-C5, kan de raad daar desgewenst wel in voorzien en net als voorheen het bezit van een einddiploma bestuursschool of van een ander vormingsattest opleggen.

Zie ook de algemene toelichting bij dit hoofdstuk en de toelichting bij artikel 54 in het verslag aan de Vlaamse Regering bij genoemd besluit van 7 december 2007. Een ‘voorbeeld van vormingsreglement’ is te vinden in de artikelen 93 tot en met 108 in het voorbeeld van rechtspositieregeling op de website.