Hoelang kan de verlenging van de proeftijd duren?

Situering:  BVR van 7/12/2007 - art. 35

De verlenging van de proeftijd kan eenmaal worden toegepast. Het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 bepaalt dat de verlenging nooit langer mag zijn dan de vastgestelde duur van de oorspronkelijke proeftijd. Dat is een maximumgrens. De raad kan in de plaatselijke rechtspositieregeling desgewenst een kortere termijn als maximumgrens vaststellen. Als een evaluator een verlenging van de proeftijd voorstelt, wordt de duur van de verlenging naargelang van het geval bepaald binnen de grenzen van de plaatselijk vastgestelde maximumduur. Het principe dat een proeftijd altijd beperkt moet zijn in de tijd primeert daarbij. De verlenging van de proeftijd moet namelijk niet langer duren dan de tijd die nodig geacht wordt om tot een gefundeerd evaluatieresultaat te komen dat duidelijk uitsluitsel geeft over de geschiktheid van de kandidaat.