Kunnen de OCMW’s de maatregelen van het sectoraal akkoord 1999-2001 voor de aanstelling van een verpleegkundige na een opleiding in het kader van het project 600 nog behouden of invoeren?

Het opleidingsproject tot verpleegkundige (project 600) werd in 2018 opnieuw opgestart.

Voor het antwoord op de vraag maken we een onderscheid tussen de aanstelling na een opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige C3- C4 enerzijds en de aanstelling na de opleiding tot bachelor in de verpleegkunde BV1- BV3 anderzijds.

Welke procedure is er van toepassing om van een functie van verzorgende C1-C2 na een brugopleiding in het kader van het project 600 over te gaan naar een functie van gediplomeerd verpleegkundige C3-C4?

In tegenstelling tot het oude loopbaanstelsel van de krachtlijnen, is de graad van gediplomeerd verpleegkundige (correcte actuele benaming) een basisgraad van niveau C met rang Cv, net zoals de graad van verzorgende C1-C2 een basisgraad van niveau C is met rang Cv. Dat staat in artikel 77 van het besluit rechtspositieregeling OCMW-personeel. Om over te gaan van de ene functie naar de andere is dus niet de bevorderingsprocedure, van toepassing, maar wel de procedure van interne personeelsmobiliteit, vermeld in artikel 68, tweede lid, van genoemd besluit.

Artikel 69, §2, 3°, van dat besluit bepaalt dat het personeelslid bij interne personeelsmobiliteit moet voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie. Volgens artikel 70, 3°, stelt de raad de regels vast over “de wijze waarop nagegaan wordt of de kandidaten voldoen aan de competentievereisten voor de functie.”

Voor deze lichte selectieprocedure is een vrijstelling van de vermelde ‘competentietoets’ overbodig. Een en ander hangt af van de plaatselijke invulling van die toets. De competentietoets kan bijvoorbeeld bestaan uit een gesprek dat toegespitst is op meest relevante competenties voor de nieuwe functie.

Bij de feitelijke heraanstelling van verzorgende C1-C2 naar gediplomeerd verpleegkundige C3-C4 is ook artikel 71 van het genoemd besluit van toepassing. Als het personeelslid heraangesteld wordt in een andere functie waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, wat in deze het geval is, dan behoudt het zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan.

Is er een vrijstelling van selectie mogelijk voor een verzorgende C1-C2 of een gediplomeerd verpleegkundige C3-C4 die via een brugopleiding in het kader van het project 600 het diploma van bachelor in de verpleegkundige behaalt en bevorderd wordt tot verpleegkundige BV1-BV3?

De regels voor bevordering binnen het OCMW staan bepaald in de artikelen 62 tot en met 67 van het besluit rechtspositieregeling OCMW-personeel van 12 november 2010. Die regels moeten verwerkt worden in de plaatselijke rechtspositieregeling en zijn op dit geval van toepassing.

Artikel 65 van genoemd besluit bepaalt dat de kandidaten moeten slagen voor een selectieprocedure. Het besluit bevat geen grondslag voor een vrijstelling van de selectie, tenzij men al eerder slaagde voor een selectie voor dezelfde functie, wat niet aan de orde is in dit geval. De besturen kunnen zelf wel een en ander ondervangen, meer bepaald door de wijze waarop ze de selectie bij de bevordering tot verpleegkundige BV1-BV3 vormgeven. Ze kunnen die selectie beperken tot een interview.

De OCMW’s moeten er in beide gevallen met de invulling van de selectie zelf voor zorgen dat recent afgestudeerde, eigen personeelsleden vlot kunnen doorstromen naar de functie van verpleegkundige binnen de eigen instellingen. Doen ze dat niet, dan zullen ze die personeelsleden wellicht verliezen aan andere instellingen. Een en ander geldt trouwens voor de instroom van verpleegkundigen en verzorgenden in het algemeen.