Kan de raad autonoom de vergoeding voor de conciërge vaststellen?

Situering:  BVR van 7/12/2007 - art. 169

Bij de toekenning van de vergoeding van conciërge moet niet alleen rekening gehouden worden met de redelijkheid en de billijkheid, maar vooral ook met fiscale beperkingen en beperkingen op het vlak van de sociale zekerheid.
De RSZPPO maakt voor de socialezekerheidsbijdragen een onderscheid tussen verschillende situaties, namelijk:
- de taken van conciërge liggen in het verlengde van de functie (bijvoorbeeld arbeider groendienst of gebouwen);
- de taken van de conciërge staan los van zijn functie;
- de taken van de conciërge worden al dan niet in bijberoep uitgeoefend;
- de beloning bestaat uit de vermelde voordelen in natura of uit een toelage.
Daarnaast is er nog een verschil tussen de statutaire conciërge en de contractuele conciërge. Het bestuur doet er dan ook goed aan zich hiervan te vergewissen alvorens een beleidskeuze te maken. De FOD financiën en de RSZPPO zijn bevoegd voor die materie en verspreiden daarvoor ook specifieke onderrichtingen. Als de vereisten op het gebied van sociale en fiscale wetgeving moet worden voldaan.