Mag er beslist worden om de leden met raadgevende stem minder presentiegeld te geven dan effectieve leden?
De minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur heeft het standpunt ingenomen dat behalve voor de gemeenteraadsvergaderingen zelf, waarvoor het decreet over het lokaal bestuur presentiegeld verplicht, de gemeenten ervoor kunnen opteren om, rekening houdend met de aard van de vergadering, een gemeenteraadslid met een raadgevende stem geen presentiegeld toe te kennen. Er kan ook een verminderd presentiegeld toegekend worden (schriftelijke vraag nr. 190 van 11 januari 2013 van Marleen Vanderpoorten).
Ter uitvoering van artikel 17, § 2 van het decreet over het lokaal bestuur stelt de gemeenteraad het bedrag van de presentiegelden vast binnen de grenzen die de Vlaamse Regering bepaald heeft in artikel 18 van het besluit van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. Het presentiegeld bedraagt minimaal 28,57 euro en maximaal 124,98 euro tegen 100% (gekoppeld aan spilindex 138,01). Vanaf 1 april 2020 zijn de bedragen respectievelijk 49,74 en 217,59 euro.
In het verslag aan de regering bij het besluit van 6 juli 2018 wordt verduidelijkt dat de gemeenten niet verplicht zijn het presentiegeld uniform vast te stellen. Zo lijkt het logisch, vermeldt het verslag, dat het presentiegeld voor de voorzitter van de gemeenteraad hoger kan liggen dan dat voor de overige raadsleden, dit echter met een maximum van dubbel presentiegeld. De voorzitter kan vanaf 1 april 2020 dus maximaal 435,18 euro per gemeenteraadszitting krijgen. Dat is ook zo bepaald in artikel 17 van het besluit van 6 juli 2018.
Naast de rol (bijvoorbeeld die van voorzitter) die het raadslid vervult in de vergadering kunnen besturen ook een differentiatie inbouwen naargelang van de aard van de vergadering, de duur en de complexiteit ervan. Zij kunnen ook rekening houden met het al dan niet volledig deelnemen aan de zitting. In de parlementaire stukken bij artikel 39 van het Gemeentedecreet wordt toegelicht dat het de gemeenteraad vrij staat te beslissen of er presentiegelden toegekend worden voor de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies, en zo ja, het bedrag ervan te bepalen (Parl. St. Vl. Parl. 2004-2005, nr. 347/1, p. 57).