Hoe verloopt de procedure voor de jaarrekeningen?
Ten laatste op 1 maart dient elk bestuur van de eredienst de vastgestelde rekening over het voorgaande boekjaar in bij het centraal bestuur. Dat dient dan ten laatste op 1 juni de documenten in bij de gemeente- of provincieoverheid en bij de provinciegouverneur. Daar waar geen centraal bestuur werd opgericht, staat het bestuur van de eredienst zelf in voor het toesturen van de documenten aan het gemeente- of provinciebestuur en de provinciegouverneur.
Binnen de 50 dagen na ontvangst van de rekening, stuurt de gemeente- of provincieraad zijn advies aan de provinciegouverneur. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstuurd, wordt de raad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
De provinciegouverneur spreekt zich binnen de 200 dagen na ontvangst van de rekening uit over de goedkeuring en stelt de bedragen vast. De provinciegouverneur stuurt zijn beslissing aan het centraal bestuur en brengt de gemeente of provincie, het bestuur van de eredienst, de penningmeester en het representatief orgaan op de hoogte van zijn beslissing. Als er binnen de termijn geen besluit is verstuurd, wordt de provinciegouverneur geacht zijn goedkeuring te hebben gegeven. De termijn van 200 dagen (provinciegouverneur) is overlappend met die van 50 dagen (gemeente- of provincieraad).