Geldt de afsluiting van het boekjaar op 31 december ook voor de ontvangsten?
De besturen van de eredienst volgen een kasboekhouding. Het principe van de kasboekhouding is dat alle ontvangsten en uitgaven worden geboekt op het ogenblik dat ze gebeuren. Ontvangsten en uitgaven die in het begin van het jaar worden gedaan, kunnen niet meer op het voorgaande jaar worden geboekt. Intresten op rekeningen die worden ontvangen na 31 december, worden dus geboekt in het nieuwe boekjaar. Ook bijvoorbeeld aflossingen van leningen op 31 december die op het bankuittreksel verschijnen in januari, worden in januari geboekt en niet meer op het voorgaande boekjaar.
Dat betekent ook dat de cijfers van de rekeningen op 31 december en de cijfers van de jaarrekening steeds perfect met elkaar moeten overeenstemmen.