Projectsubsidies aan steden en gemeenten in het kader van vluchtelingenproblematiek

Publicatiedatum
vrijdag 18 maart 2016

De steden en gemeenten worden als eerstelijnsoverheid geconfronteerd met heel wat uitdagingen met betrekking tot de erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden. Ze zijn ook goed geplaatst om hier op maat antwoorden op te bieden. Dit vergt een geïntegreerde aanpak met betrekking tot o.a. begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, begeleiding naar een woongelegenheid, medische of psychosociale begeleiding, gezinsondersteuning,…

Omwille van de druk die de grote instroom van vluchtelingen genereert zal de Vlaamse Overheid de steden en  gemeenten waar de problematiek zich het meest ernstig voordoet ondersteunen.

De Vlaamse Regering zal hiervoor een bedrag van 20 miljoen ter beschikking stellen. Dit bedrag wordt op basis van objectieve criteria toegekend aan de steden en gemeenten waar de problematiek zich het meest ernstig voordoet. Omdat verwacht wordt dat de instroomcijfers de komende maanden nog fluctueren en om een gepast antwoord te kunnen bieden op actuele tendensen en uitdagingen wordt het bedrag van 20 miljoen verdeeld in twee schijven van telkens 10 miljoen euro.  

Bij de verdeling van de twee schijven worden volgende criteria en volgende wegingscoëfficiënten  gehanteerd:

  • 70% voor de instroom in de stad of gemeente van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die doelgroep van inburgering worden.
    Voor de berekening van de eerste schijf wordt de periode van 1 november 2015 tot en met 31 mei 2016 genomen. Voor de tweede schijf wordt de periode van 1 april 2016 tot en met 31 oktober 2016 genomen.
     
  • 20% voor het aantal personen van buitenlandse herkomst in 2014 op het grondgebied van de stad of gemeente. Onder personen van buitenlandse herkomst wordt hier verstaan: personen die legaal in België verblijven en die bij hun geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of de nationaliteit van een van de lidstaten van de EU, aangevuld met de landen van de EER en met Zwitserland en van wie minstens één van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten, of de nationaliteit van een van de lidstaten van de EU, aangevuld met de landen van de EER en met Zwitserland;
     
  • 10% voor sociale maatstaven  zoals opgenomen in het Vlaams Gemeentefonds:
    • aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering in 2013, exclusief  leefloners;
    • aantal kortgeschoolde werkzoekenden met een werkloosheids-uitkeringsaanvraag in 2014;
    • gemiddeld aantal geboorten in een kansarm gezin over drie jaar, met name 2012, 2013 en 2014;
    • aantal sociale huurappartementen in 2014;
    • gemiddelde aantal personen dat recht heeft op een leefloon over drie jaar, met name  2012, 2013 en 2014.

De ondergrens om in aanmerking te komen voor subsidie, is dat er minstens tien personen zijn in de instroom van asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die doelgroep van inburgering worden in de betreffende periode. Voor de eerste schijf wordt de periode van 1 november 2015 tot en met 31 mei 2016 genomen. Voor de tweede schijf wordt de periode van 1 april 2016 tot en met 31 oktober 2016 genomen. Er is een overlap van 2 maanden, door deze overlap wordt rekening gehouden  met het feit dat de erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden, die in de transitieperiode nog gevestigd zijn in een (federale) opvangstructuur, zich nadien mogelijk zullen vestigen op grondgebied van een andere stad/gemeente. Ook deze nieuwe stad/gemeente zal dus voor deze instroom middelen ontvangen.

De middelen moeten ingezet worden om de noden in het kader van de vluchtelingencrisis – en meer concreet in het kader van de verhoogde instroom van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden – op te vangen. De geselecteerde steden en gemeenten kunnen de toegekende middelen inzetten voor het opnemen van de lokale regie over de vluchtelingencrisis en het versterken van het bestaande aanbod.

In juli worden middelen uitbetaald aan de steden en gemeenten die in aanmerking komen voor de eerste schijf. In december worden middelen uitbetaald aan steden en gemeenten die geselecteerd werden voor de tweede schijf.

De projectsubsidies worden toegekend in de vorm van een enveloppefinanciering. Zo kan elke stad en gemeente maatwerk bieden en planlasten worden tot een minimum herleid.

Voor de steden en gemeenten wordt gezorgd dat de projectsubsidie geen extra planlasten genereert. De steden en gemeenten rapporteren over de uitvoering van het project in de jaarrekeningen 2016, 2017 en 2018.

De Vlaamse Regering heeft Vlaams minister Liesbeth Homans bevoegd voor inburgering gemachtigd om het advies van de Raad van State in te winnen. Daarna volgt de definitieve goedkeuring.