Aanslagvoeten opcentiemen en aanvullende belastingen

De onderstaande linken geven in een Exceltabel de aanslagvoeten van de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing weer van alle Vlaamse gemeenten van 2008 tot en met 2023.
Vanaf 2019 staan daar voor het eerst een aantal nieuwe gemeenten tussen, ontstaan uit de fusie van twee of meer vroegere gemeenten.

De breuklijn in de tarieven van de onroerende voorheffing in 2018 ten opzichte van de voorgaande jaren, valt te verklaren met een eenvoudige rekensom. In dat jaar werden de persoonsgebonden aangelegenheden van de provincies overgeheveld naar het Vlaamse Gewest en de gemeenten. De provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing werden geïntegreerd in de Vlaamse basisheffing, die daardoor steeg met een factor 1,588. Omdat die verhoging automatisch zou doorwerken in de ontvangsten die de gemeenten verwerven via hun opcentiemen op de Vlaamse basisheffing, verlaagden de gemeenten hun tarieven navenant met een quotiënt 1,588. Daarnaast stond het de gemeenten uiteraard vrij om hun (omgerekende) opcentiemen te verhogen of te verlagen.

In de tabellen in de bijlagen werd ook een gemiddeld tarief berekend voor alle Vlaamse gemeenten. Wat de gemeentelijke tarieven precies aan de gemeenten opleveren, rekening houdend met hun bevolkingssamenstelling en de onroerende goederen op hun grondgebied en hun waardering, kan bekeken worden in onze financiële analysetool. Die maakt ook mogelijk om vergelijkingen te maken met buurgemeenten, gemeenten in dezelfde sociaaleconomische cluster en het gemiddelde binnen het Vlaamse Gewest.

Tarieven 2023 APB en OOV: wat wijzigt tegenover 2022?

De tarieven 2023 APB en OOV zijn gekend voor alle Vlaamse gemeenten. Dit verandert ten opzichte van vorig jaar:

  • 18 gemeenten wijzigen hun tarief APB of OOV. In 15 gemeenten beperkt de wijziging zich tot een van de belastingen. 3 gemeenten wijzigen beide, waarvan 2 keer neerkomt op een globale verhoging.
  • De algemene trend is dat de APB daalt en de OOV stijgt:
    • De APB daalt in 9 gemeenten en stijgt in 2 gemeenten;
    • De OOV daalt in 3 gemeenten en stijgt in 7 gemeenten;
    • In 2 gemeenten stijgt zowel de APB als de OOV. In 1 gemeente staat een verlaging van de APB tegenover een verhoging van de OOV.
  • Gemeenten verantwoorden de verhoging van hun tarieven vanuit de algemene stijging van de kosten. 1 gemeente past traditioneel zijn tarief aan aan het gemiddelde voor de Vlaamse gemeenten van het voorbije jaar.Met een verlaging van hun tarieven doen ze een toegift aan hun bevolking. Zelfs met een dalend tarief, stijgen de opbrengsten uit de APB nog door de stijging van de lonen.
  • Ondanks de algemene stijging, blijft de gemiddelde APB in de Vlaamse gemeenten gelijk ten opzichte van vorig jaar.Ondanks de algemene daling, stijgt de gemiddelde aanslagvoet van de OOV in de Vlaamse gemeenten. Voor de berekening van het gemiddelde, is bij gedifferentieerde opcentiemen uitgegaan van het basistarief.
  • 2 gemeenten voeren in 2023 een gedifferentieerd tarief voor de OOV in. In totaal differentiëren nu 8 gemeenten hun tarieven (Dilbeek, Geel, Gistel, Herk-de-Stad, Kruisem, Londerzeel, Sint-Pieters-Leeuw, Zwijndrecht).