De jaarlijkse verdeling van de dotatie onder de gemeenten gebeurt op basis van de kadastrale gegevens over open ruimte (bos, tuin en park, woeste gronden, gekadastreerde wateren, akkerland, grasland, recreatieterreinen en boomgaarden), zoals die gebruikt zijn voor de definitieve verdeling van het Gemeentefonds voor het voorgaande jaar.
Omdat de nieuwe dotatie in zekere zin ook te beschouwen is als een correctie op de verdeling van het Gemeentefonds, hebben de steden en gemeenten die in het Gemeentefonds kunnen genieten van een voorafname of bijzondere financiering, geen of een kleiner aandeel in de dotatie open ruimte. Zo worden de dertien centrumsteden uitgesloten van de dotatie en bedraagt de subsidie van de regionale steden en kustgemeenten maximaal 6% van hun aandeel in het Gemeentefonds van het voorgaande jaar, verhoogd met 3,5%. Voor alle andere gemeenten ligt het plafond van de subsidie op 13% van hun gemeentefondsaandeel van het voorgaande jaar, verhoogd met 3,5%.