Hoe verloopt de eedaflegging van de burgemeester?

In gemeenten waar nooit een collectieve motie van wantrouwen werd ingediend

De burgemeester legt, na de benoeming door de minister, de eed af in handen van de provinciegouverneur (artikel 59, tweede lid DLB). Deze bepaling geldt ook in de randgemeenten en Voeren.

In een gemeente waar voor 13 oktober 2024 een collectieve motie wordt ingediend

Artikel 126 van het decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie regelt de inwerkingtreding van artikel 39 van ditzelfde decreet, waarbij artikel 58 van het DLB vervangen wordt door de nieuwe procedure van aanstelling van burgemeester.

In die gemeenten waar voor 13 oktober 2024 een collectieve motie wordt ingediend, is er niet langer een eedaflegging in handen van de provinciegouverneur.

De aangewezen-burgemeester legt de eed af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. Als de aangewezen-burgemeester zelf de voorzitter van de gemeenteraad is, legt hij de eed af in handen van het oudste gemeenteraadslid (nieuwe artikel 58, §1, derde lid DLB).

Na de benoeming door de minister legt de burgemeester nogmaals de eed af, dit keer als benoemde burgemeester, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. Als de aangewezen-burgemeester zelf de voorzitter van de gemeenteraad is, legt hij de eed af in handen van het oudste gemeenteraadslid (nieuwe artikel 58, §1, vijfde lid DLB).

Merk op dat eens het nieuwe artikel 58 in werking is getreden, dit artikel blijft gelden in die gemeenten voor alle mogelijke (al dan niet tijdelijke) vervangingen van de burgemeester.

Zowel de eed als aangewezen-burgemeester als de eed als benoemde burgemeester wordt afgelegd tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad. In geval van een algehele vernieuwing van de gemeenteraad vindt de eedaflegging plaats tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad of tijdens een van de daaropvolgende vergaderingen van de gemeenteraad (nieuwe artikel 58, §1, zesde lid DLB).