Het Wetboek voor verenigingen en vennootschappen spreekt niet meer over maatschappelijk kapitaal, kapitaalinbreng of kapitaal, het Decreet Lokaal Bestuur echter wel. Mag ik deze begrippen nog gebruiken in de statuten van een intergemeentelijk samenwerkingsverband?

Het Wetboek voor verenigingen en vennootschappen spreekt niet meer over maatschappelijk kapitaal, kapitaalinbreng of kapitaal, het Decreet Lokaal Bestuur echter wel. Mag ik deze begrippen nog gebruiken in de statuten van een intergemeentelijk samenwerkingsverband?

Ja dat kan, maar het hoeft niet.  

Over het algemeen: Sinds de intrede van het WVV, spreken we niet meer over het begrip kapitaal bij coöperatieve vennootschappen. Kapitaal wordt door de federale wetgever als een ouderwets begrip gezien dat de plaats heeft geruimd voor het ‘vermogen'. Hierom dienen dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen (DV/OV) voortaan ook gebruik te maken van een kapitaalloze jaarrekening. Hieronder wordt verduidelijkt hoe deze verandering verzoend kan worden met begrippen uit het DLB. 

Kapitaalinbreng: De decreetgever verplicht een DV/OV niet meer om een minimumkapitaal aan te leggen. Wel wordt vereist, door verwijzing naar artikel 6:4 WVV, dat de DV/OV beschikt over een eigen vermogen dat voor zijn bedrijvigheid toereikend is. Bij de inbreng kan een DV/OV ook spreken over inbreng als vermogensinbreng.  

Maatschappelijk kapitaal: Het is een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging niet verplicht om een maatschappelijk kapitaal te vormen. Om meer aan te leunen bij de visie van het WVV boek 6: coöperatieve vennootschappen, kan ook gewerkt worden met een ‘ingebracht vermogen’ dat in de statuten (on)beschikbaar kan worden gemaakt.