Hoe zorgen we voor betrokken dienstverlening en democratische aansturing bij een schaalvergroting als regio’s?

De regio’s zijn een overlegmodel, waar afspraken kunnen worden gemaakt over regionaal beleid. Ze zijn ook de referentie voor de werkgebieden van bovenlokale samenwerkingsvormen. Voorbeelden hiervan zijn eerstelijnszones, vervoerregio’s en afvalintercommunales.

In dit overlegmodel staan de burgemeesters centraal. Zij zijn het politieke hoofd van het lokale bestuur en ontmoeten hun collega-burgemeesters geregeld in een burgemeestersoverleg. Zij overzien het geheel en zijn dan ook de spil van de regiovorming. We streven naar burgemeestersoverleggen die instaan voor de strategische en transversale afstemming binnen de regio.

Een bezorgdheid van de lokale besturen is de verhouding tussen het burgemeestersoverleg en het lokale bestuur dat de burgemeester vertegenwoordigt.

Een betrokken dienstverlening en een democratische aansturing van de regiowerking kunnen nog steeds gegarandeerd worden:

  • De uiteindelijke beslissingen worden binnen de basisbesturen genomen en uitgevoerd door de bevoegde organen (van de gemeenten, van de samenwerkingsverbanden, van de provincies, of van de Vlaamse Overheid).
  • Een goede wisselwerking tussen de burgemeester en zijn lokaal bestuur is cruciaal. Het Labo Regiovorming (VVSG) zal goede voorbeelden van informatie-uitwisseling en aansturing ontsluiten en gemeenten en regio’s die hierrond willen werken ondersteunen.
  • De regiowerking wordt een vast maandelijks punt op de agenda van het schepencollege en in de gemeenteraad wordt minstens twee keer per jaar de regiowerking geagendeerd.

Tot slot vormt regiovorming geen belemmering voor samenwerking in specifieke sectorale uitdagingen tussen vakschepenen, andere sectoractoren en bestuursniveaus, bijvoorbeeld over mobiliteit in de vervoerregio of over erfgoed in de intergemeentelijke erfgoedcellen.