Impliceert artikel 363 van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) dat het personeel zich verder kan beroepen op de administratieve standplaats/werkplek opgenomen in hun benoemingsbesluit/arbeidsovereenkomst?

Impliceert artikel 363 DLB dat het personeel zich verder kan beroepen op de administratieve standplaats/werkplek opgenomen in hun benoemingsbesluit/arbeidsovereenkomst? En indien dit het geval is, welke rechten vloeien hieruit voort voor het personeel? Kunnen zij m.a.w. aanspraak maken op een vergoeding voor dienstverplaatsingen voor het traject huidige administratieve standplaats/werkplek – stadhuis B en moet de verplaatsingstijd gelijkgesteld worden met arbeidstijd?

Hierbij kan worden verwezen naar de Parlementaire voorbereiding van het fusiedecreet. In de parlementaire voorbereiding van het fusiedecreet staat als toelichting bij artikel 27 (765 (2015-2016) – Nr. 1), dat volledig hernomen wordt in artikel 363 DLB:

“De samenvoeging van gemeenten gaat gepaard met een samenvoeging van rechtswege van al het personeel van de afzonderlijke samen te voegen gemeenten. De samenvoeging kan dus geen aanleiding geven tot ontslagen.

Ook de contractuele personeelsleden worden dus van rechtswege overgedragen. Dit houdt in dat de arbeidsovereenkomst ongewijzigd blijft, op de werkgever na. Door de samenvoeging van de oorspronkelijke gemeenten wordt de nieuwe gemeente de werkgever.”

Er moet worden benadrukt dat het op 1 januari 2019 om een overdracht ‘as is’ gaat. Het van rechtswege overdragen betekent dan ook dat de werkplaats ongewijzigd blijft door deze overdracht.

Zowel het statutair als het contractueel personeel wordt overgedragen. Voor de contractuele personeelsleden wordt de nieuwe werksituatie juridisch verankerd door middel van een addendum aan de individuele arbeidsovereenkomst met toepassing van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Door de samenvoeging van de oorspronkelijke gemeenten wordt de nieuwe gemeente de nieuwe werkgever. Het nieuwe bestuur legt in dat addendum de nieuwe standplaats van het contractuele personeelslid vast. Het personeelslid moet worden gevraagd dit addendum te ondertekenen. Voor de statutaire personeelsleden geldt het beginsel van de veranderlijkheid van de dienst en kan het statuut eenzijdig worden gewijzigd. De personeelsleden zullen zich met andere woorden niet kunnen beroepen op de administratieve standplaats/werkplek opgenomen in hun oorspronkelijk benoemingsbesluit/arbeidsovereenkomst. Hiermee vervallen tegelijk ook de vragen over een mogelijke vergoeding en gelijkstelling met arbeidstijd. Wat de vergoeding betreft geldt bovendien dat de regelgeving geen financiële tussenkomst/tegemoetkoming voor de wijziging van standplaats voorziet.