Wat wordt bedoeld met een “andere overheid” in het geval van terbeschikkingstelling?

Het artikel 185 van het decreet over het lokaal bestuur maakt de terbeschikkingstelling van statutaire personeelsleden aan o.a. een andere overheid” mogelijk. Wat wordt precies bedoeld met die andere overheid?

De terbeschikkingstelling gebeurt op basis van een overeenkomst en van de regels die daartoe in de rechtspositieregeling worden vastgesteld. De mogelijkheid van terbeschikkingstelling en de daaraan verbonden voorwaarden zijn een aspect van de rechtspositieregeling. De rechtspositieregeling zal de duur van de terbeschikkingstelling concretiseren en desgevallend de verlenging ervan regelen. Daarnaast kan erin verduidelijkt worden welke overheden of verenigingen juist voor terbeschikkingstelling in aanmerking komen.

Voorbeelden van “andere overheden” kunnen die zijn die gehanteerd worden in het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 met de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling:

1° de provincies, de gemeenten en de OCMW's van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren;
2° de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn;
3° de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte;
4° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding;
5° de publiekrechtelijke en vrije universiteiten;
6° elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt.