Wat is de invloed van het zorgkrediet op de opbouw van het ziektekrediet, het vakantieverlof, de anciënniteiten?

Wordt het zorgkrediet al dan niet gelijkgesteld voor de opbouw van het ziektekrediet?

Wordt het zorgkrediet al dan niet gelijkgesteld voor de opbouw van verlof?

Heeft de opname van zorgkrediet een impact op de anciënniteiten?

Zo ja, geldt dit voor alle anciënniteiten (geldelijke, schaal-, dienst-, graad- en niveau-)?

Het nieuwe stelsel van het zorgkrediet verandert eigenlijk niets aan de gevolgen die verbonden waren aan het nemen van een ‘gewone’ loopbaanonderbreking.

Gedurende de periode van zorgkrediet is het betrokken personeelslid, naar analogie met het personeelslid dat loopbaanonderbreking neemt, niet in dienstactiviteit. Immers, overeenkomstig artikel 170, §3, van het Rechtspositieregelingsbesluit Gemeente is het statutaire personeelslid bij verlof of bij afwezigheid in dienstactiviteit als het personeelslid op dat ogenblik het recht op salaris behoudt. Dat is niet het geval wanneer het personeelslid zorgkrediet opneemt.

Artikel 177 van datzelfde besluit stelt dat elke periode met recht op salaris recht geeft op jaarlijkse vakantiedagen, rekening houdend met de prestatieregeling. Dat houdt in dat het jaarlijks vakantieverlof naar aanleiding van loopbaanonderbreking - en bij uitbreiding zorgkrediet - in principe in evenredige mate verminderd wordt. Niettegenstaande dat kan de raad bepalen dat periodes met recht op een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering of een wachtgeld eveneens recht geven op jaarlijkse vakantiedagen.

Artikel 187, §1 van het Rechtspositieregelingsbesluit Gemeente bepaalt dat de ziektekredietdagen worden toegekend in de vorm van een krediet van eenentwintig werkdagen per jaar volledige dienstactiviteit. Aangezien het personeelslid dat zorgkrediet opneemt niet in dienstactiviteit is, bouwt betrokkene geen ziektekredietdagen op voor die periode. De raad kan voor het opbouwen van ziektekrediet periodes van zorgkrediet gelijkstellen met dienstactiviteit.

Krachtens artikel 99 van de Herstelwet van 22 januari 1985 worden periodes van afwezigheid in het kader van loopbaanonderbreking (en zorgkrediet) in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteiten die in de rechtspositieregeling voorzien zijn. Let wel: overeenkomstig artikel 58 van het Rechtspositieregelingsbesluit Gemeente mag de schaalanciënniteit die toegekend wordt voor bepaalde vormen van onbezoldigde volledige afwezigheid, zoals het zorgkrediet, in het totaal niet meer bedragen dan een jaar.