Kan de oude waarborgclausule voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit bij de overgang van deeltijdse naar voltijdse prestaties nog toegepast worden?

Een personeelslid werkt van 01.01.2000 tot 31.12.2008 halftijds (19/38). Voordien werden geen prestaties geleverd zodat op 31.12.2008 de geldelijke anciënniteit 9 jaar bedraagt. Met ingang van 1 januari 2009 gaat betrokkene voltijds werken. Kan betrokkene nog genieten van de zogenaamde waarborgclausule in onze plaatselijke rechtspositieregeling? Die ‘waarborgclausule’ hield in dat een personeelslid dat na een periode van deeltijdse prestaties zijn functie weer voltijds opnam, hiervoor 'beloond' werd doordat zijn anciënniteit voor die deeltijdse periode aan 100% werd aangerekend.

Situering:  BVR van 7/12/2007 art 116

Het is niet uitgesloten dat een bestuur bij wijze van overgangsmaatregel een zogenaamde waarborgclausule vaststelt in de nieuwe rechtspositieregeling voor zover die clausule in de oude plaatselijke rechtspositieregeling stond en voor zover het personeelslid vóór 1 januari 2008 in een systeem zat van deeltijdse prestaties met die waarborgclausule. Een dergelijke maatregel is niet vastgesteld in het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007, maar het bestuur kan het behoud ervan bepalen via een overgangsbepaling.

De waarborgregeling staat volledig los van de mogelijkheid in het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 om deeltijdse prestaties al vanaf 1 januari 2002 aan 100% mee te rekenen. Die maatregel houdt geen herberekening in met terugwerkende kracht, wel een herberekening die slechts uitwerking kan hebben per 1 januari 2008.

Beide systemen moeten afzonderlijk worden toegepast. Deeltijdse personeelsleden krijgen per 1 januari 2008 hun anciënniteit immers sowieso aan 100% aangerekend. Alles wat die periode voorafgaat, hangt af van wat het bestuur wenst te doen:

ofwel geen herberekening;
ofwel behoudt het bestuur een bestaande waarborgclausule in overgangsregeling. Die geldt dan voor de periode die 1 januari 2008 voorafgaat (immers vanaf 1 januari 2008 sowieso verrekening aan 100%);
ofwel meerekenen aan 100% vanaf 1 januari 2002: herberekening, maar met geldelijke uitwerking op 1 januari 2008 (geen geldelijke terugwerkende kracht).