Is er helemaal geen proeftijd meer als de diensten in tijdelijk verband in dezelfde functie de vastgestelde duur van de proeftijd overschrijden?

Situering:  BVR van 7/12/2007 - art. 34

Artikel 34 BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 bepaalt dat de diensten die een kandidaat ononderbroken tot de datum van de statutaire aanstelling op proef in tijdelijk verband bij het bestuur heeft vervuld in dezelfde functie als de functie waarin hij aangesteld wordt, in aanmerking worden genomen voor de proeftijd, op voorwaarde dat het personeelslid daarvoor een gunstig evaluatieresultaat heeft gekregen.

In het geval dat vermeld wordt in de vraag kan er dus geen proeftijd meer opgelegd worden aan het personeelslid, althans als het een gunstige evaluatie kreeg voor die diensten. Artikel 34 van het besluit primeert hier op de autonomie van het bestuur. Een en ander is echter wel logisch. Waarom zou een personeelslid van wie de evaluaties aantonen dat het al langer dan de vastgestelde proeftijd goed functioneert binnen zijn functie nog aan een proeftijd onderworpen worden om datzelfde vast te stellen?