Draagwijdte van de overgangsmaatregelen inzake vakantiedagen en feestdagen voor het personeel van specifieke diensten en instellingen van het OCMW - anciënniteits- en leeftijdsdagen
Behouden personeelsleden in ‘specifieke diensten en instellingen’ op basis van de overgangsregeling van artikel 156 BVR RPR O ook na 31 december 2010 het recht op de anciënniteits- of leeftijdsdagen vastgesteld in de rechtspositieregeling, als ze aan de voorwaarden daarvoor voldoen? Of wordt het aantal anciënniteits- of leeftijdsdagen waarop men recht heeft, geblokkeerd op 31 december 2010 zodat er geen extra vakantiedagen op basis van anciënniteit of leeftijd meer toegekend worden?
Het komt aan het OCMW-bestuur toe om te bepalen of de personeelsleden waarop de overgangsregeling van toepassing is, ook na 31 december 2010 nog recht hebben op die extra anciënniteits- of leeftijdsdagen op het ogenblijk dat ze aan de voorwaarden daartoe voldoen, dan wel of het aantal anciënniteits- of leeftijdsdagen, wordt afgeblokt op 31 december 2010, waarbij het personeelslid het reeds bereikte aantal dagen jaarlijkse vakantie behoudt, maar vanaf 01 januari 2011 geen extra anciënniteits- of leeftijdsdagen meer krijgt.