Aan welke voorwaarden moet men voldoen om te kunnen worden aangesteld als waarnemend algemeen directeur?

Deze aangelegenheid wordt sinds de inwerkingtreding van het Wijzigingsdecreet grotendeels overgelaten aan de autonomie van het bestuur en is integraal overgenomen in het DLB (art. 166). Het is de bedoeling dat de raad op maat van de eigen organisatie een regeling uitwerkt voor de vervanging van de algemeen directeur en  financieel directeur bij verhindering of afwezigheid. Deze regeling moet echter, zoals altijd in overeenstemming zijn met andere wettelijke bepalingen, waaronder het BVR RPR en de wet op de arbeidsovereenkomsten. De raad heeft de keuze om een interne of een externe waarnemer aan te stellen.

Interne vervanger

Indien een personeelslid de waarneming vervult, zijn er geen verdere regels bepaald en is de raad volledig vrij om de vervanging te regelen.

Externe vervanger

Wanneer de raad ervoor opteert om een externe waarnemer aan te stellen, gebeurt dit met een contract van bepaalde duur. Op deze aanstelling blijft wel het BVR RPR van toepassing wat betreft de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, zoals o.a. de taalkennis en de diplomavoorwaarden.