Welke wedde vormt de basis voor de berekening van het vakantiegeld?

Het vakantiegeld van de uitvoerende mandataris wordt berekend op de bruto jaarwedde van de maand maart van het vakantiejaar en dit volgens de principes die van toepassing zijn op het gewoon personeel (BVR 13 september 2002 betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel).

Als een mandataris schepen is geweest in 2018 en sinds januari 2019 het mandaat van burgemeester uitoefent, dan moet er een afrekening van het vakantiegeld plaatsvinden. Op die manier worden de reeds opgebouwde rechten verrekend, rekening houdend met de wedde als schepen. Voor de berekening van het vakantiegeld zal om die reden de wedde van de laatste maand van het mandaat als schepen gelden.