Welke vervangingsinkomens zijn cumuleerbaar met het verkrijgen van een uittredingsvergoeding?

De uittredingsvergoeding, of bijpassing hiertoe, die aan lokale mandatarissen wordt toegekend op basis van artikel 149 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, is niet cumuleerbaar met werkloosheidsuitkeringen. Dergelijke uitkeringen kunnen namelijk slechts toegekend worden indien de werkloze zonder loon is (art. 44 KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering). De uittredingsvergoeding wordt, in het licht van artikel 46 van datzelfde KB, beschouwd als loon en is bijgevolg niet cumuleerbaar met het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering.

Dit geldt eveneens voor de werklozen met bedrijfstoeslag ("brugpensioen").

Onderbrekingsuitkeringen verbonden aan de loopbaanonderbreking, kunnen wel gecumuleerd worden met de uittredingsvergoeding, voor zover de cumulregels van artikel 14 en 14bis van het KB van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, gerespecteerd worden.

Pensioenen van de overheidssector en werknemerspensioenen kunnen gecumuleerd worden met de uittredingsvergoeding van lokale uitvoerende mandatarissen, of bijpassing hiertoe. Wel worden deze vergoedingen beschouwd als bezoldigingen in de zin van artikel 31, tweede lid, 4° van het Wetboek van de inkomstenbelasting (WIB 1992). Dit heeft als gevolg dat een uittredingsvergoeding toegekend aan een lokale mandataris wordt beschouwd als een beroepsinkomst zoals bedoeld in artikel 23, §1, 4° van het WIB 1992. Hierdoor zijn de uittredingsvergoedingen wel onderworpen aan de cumulatiegrenzen voor overheidspensioenen zoals bedoeld in de artikelen 78, 80, 81, 82 tot 85 of 87 van de Programmawet van 29 juni 2013. Voor werknemerspensioenen zijn deze vergoedingen onderworpen aan de cumulatiegrenzen zoals gesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor de werknemers.

Wanneer de beroepsinkomsten voor een bepaald kalenderjaar het hierboven vermelde grensbedrag overschrijden, zal het overheids- en/of werknemerspensioen voor datzelfde jaar verminderd worden naar rato van het percentage van de overschrijding.

De uittredingsvergoeding van provinciale uitvoerende mandatarissen valt onder toepassing van de cumulatieregels in artikel 75 en volgende van de Programmawet van 29 juni 2013 voor pensioenen van de overheidssector en artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 voor pensioenen in de werknemersregeling.

Hierdoor zullen ook voor hen, in geval van overschrijding van het vastgestelde grensbedrag, de overheidspensioenen en/of werknemerspensioenen naar rato van het percentage van de overschrijding desgevallend verminderd worden.