In welke concrete gevallen heeft een uittredend mandataris recht op een uittredingsvergoeding?

Artikel 14, §1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris bepaalt dat een uittredend uitvoeren mandataris in 3 mogelijke situaties recht heeft op een uittredingsvergoeding:

- wanneer het uitvoerend mandaat eindigt bij de vernieuwing van de bestuursorganen na de lokale verkiezingen of na een collectieve of
  individuele motie van wantrouwen;

-  bij het bereiken van de einddatum, vermeld op de voordrachtakte;

-  bij ontslag om medische redenen.

Deze situaties geven enkel recht op een uittredingsvergoeding als de mandataris geen nieuw uitvoerend mandaat meer opneemt na dit mandaat en als hij geen ander beroepsinkomen geniet dat meer bedraagt dan de uittredingsvergoeding (cf. FAQ In welke concrete gevallen heeft een uittredend mandataris geen recht op een uittredingsvergoeding of vervalt dat recht?).

De uittredende mandataris moet maandelijks een verklaring op erewoord indienen waarin hij verklaart te voldoen aan de voorgaande voorwaarden. Op die manier zal er maandelijks nagegaan moeten worden of een mandataris nog aanspraak maakt op een uittredingsvergoeding of bijpassing. Een sjabloon voor de verklaring op erewoord vind je op deze website.

Op basis van de ingevulde verklaring op erewoord zal vervolgens het bedrag van de uittredingsvergoeding worden bepaald en uitbetaald. Een beslissing is niet vereist, noch beschikt het bestuur hierbij over enige appreciatiebevoegdheid.