Hoe wordt het bedrag van de uittredingsvergoeding vastgesteld?

Het totale bedrag van de uittredingsvergoeding waarop de uittredende mandataris aanspraak kan maken, wordt vastgesteld op basis van de laatst ontvangen jaarwedde in het laatst uitgeoefende mandaat. Die laatst ontvangen jaarwedde komt neer op het totaal van brutomaandwedden van het laatste mandaatjaar, exclusief vakantiegeld en eindejaarstoelage. Dan wordt vastgesteld op hoeveel maanden uittredingsvergoeding de uittredende mandataris recht heeft, waarbij het aantal maanden afhankelijk is van het aantal (aaneensluitende) jaren dat de mandataris een uitvoerend mandaat heeft uitgeöefend. Daarvan kan maximaal 12 jaar in aanmerking wordt genomen en dus kan er maximaal 12 maanden uittredingsvergoeding worden toegekend. Op basis daarvan wordt vervolgens het totale bedrag vastgesteld van de uittredingsvergoeding waarop die mandataris recht heeft.

Als een mandataris bijvoorbeeld 8 jaar een uitvoerend mandaat heeft uitgeoefend, kan hij aanspraak maken op 8/12de van de laatst ontvangen totale jaarwedde. De 8 maanden waarin hij maandelijks 1/8ste van de vastgestelde totale som aan uittredingsvergoedingen kan verkrijgen, begint vanaf de beëindiging van zijn uitvoerend mandaat. Vervolgens moet de mandataris maandelijks een verklaring op erewoord indienen waarin hij verklaart geen of een lager beroeps- of vervangingsinkomen te krijgen.