Wat brengt de invoering van het Invorderingswetboek mee voor de lokale besturen?

Vanaf 1 januari 2020 moeten de financieel directeurs van de gemeenten en de financieel beheerders van de provincies niet alleen het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB 92) raadplegen voor een aantal technische aspecten van de vestiging en invordering van de gemeentelijke en provinciale belastingen, maar ook het nieuwe Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen (Invorderingswetboek). Dat is een gevolg van de aanpassing van artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Tegelijk met de invoering van het Invorderingswetboek op 13 april 2019 werden een aanzienlijk aantal artikelen in het WIB 92 opgeheven. De verwijzing naar het WIB 92 in artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008 volstaat daardoor niet meer als rechtsbasis voor de minnelijke en gedwongen invordering van de gemeente- en provinciebelastingen. Met een aanpassing van die verwijzing, maakte de decreetgever de vervangende artikelen in het Invorderingswetboek van overeenkomstige toepassing op de lokale besturen.

Artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008 luidt voortaan:
“Zonder afbreuk te doen aan het huidige decreet, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:
1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;
2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48”.

Wanneer wel geldig en wanneer niet?

Net als vroeger geldt de verwijzing naar de federale regeling alleen voor zover ze niet in strijd is met de eigen procedures in het decreet van 30 mei 2008 en voor zover ze ook toepasbaar is op de lokale context.
Voor reeds uitgevaardigde titels is in een overgangsregel voorzien. Schuldvorderingen die opgenomen zijn in een kohier dat uitvoerbaar verklaard is vóór 1 januari 2020 en fiscale dwangbevelen die betekend zijn vóór 1 januari 2020, worden afgehandeld volgens de oude (opgeheven) invorderingsregels in het WIB 92.