Wanneer wordt het beginsel 'non bis in idem' geschonden in het belastingrecht ?

Wordt het ‘non bis in idem’-beginsel bijvoorbeeld geschonden als zowel de gemeente als het gewest een belasting heft op terrassen langs een gewestweg ?

Aangenomen wordt dat het ‘non bis in idem’-beginsel (letterlijk: ‘niet twee keer voor hetzelfde’) geschonden wordt als voldaan wordt aan vijf voorwaarden:
1) de belastingen hebben hetzelfde doel;
2) de belastingen worden geheven op dezelfde materie/grondslag;
3) de belastingen treffen dezelfde belastingplichtige
4) de belastingen worden geheven m.b.t. hetzelfde aanslagjaar;
5) de belastingen worden geheven door één en dezelfde overheid.

In regel is het dus niet verboden dat eenzelfde belastingplichtige voor eenzelfde feit wordt belast door verschillende overheden (Cass. 30 november 1950, Arr. Cass. 1951, 149 ; Cass. 16 oktober 1997, Arr. Cass. 1997, 992).

Zo is bijvoorbeeld mogelijk dat het Vlaamse Gewest een retributie aanrekent voor de privatieve inname van het gewestelijk openbaar domein en daarnaast ook de gemeente vanuit haar politionele bevoegdheid een eigen belasting of retributie vestigt op de privatieve inname van het openbaar domein (artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet). Deze gemeentelijke belasting of retributie kan verantwoord zijn wegens de extra kosten die voortvloeien uit de zorg voor een vlot en veilig wegverkeer en kadert binnen de gemeentelijke fiscale autonomie.

Uitzonderingen waarin het de gemeente niet toegestaan is om een belasting te heffen op dezelfde materie als een hogere overheid, staan los van het ‘non bis in idem’-beginsel. Dit betreft een toepassing van artikel 170, §4, tweede lid van de Grondwet, dat de federale overheid (en voorwaardelijk ook het Vlaamse Gewest) toestaat om haar eigen (fiscale) belangen noodzakelijk af te schermen.