Volstaat de verwijzing naar de financiële noodzaak steeds als motivering voor een belastingreglement?

In principe is er geen specifieke motivering vereist voor het vestigen van belastingen: de financiële behoefte is voldoende als verantwoording. Een aanvullende motivering kan soms juist tot discussie leiden en gebruikt worden om een schending van het gelijkheidsbeginsel aan te tonen. Zie bijvoorbeeld het arrest van de Raad van State nr.133.642 van 8 juli 2004 inzake NV Van Gansewinkel Chemie tegen de gemeente Mol. Een belasting op het aanvoeren of laten aanvoeren van afvalstoffen op de daartoe vergunde bedrijfsterreinen en\of verwerkingsinstallaties werd verantwoord omwille van de kost van de milieuhinder en de impact op het wegennet. Volgens het arrest was de verschillende behandeling tussen "zwaar transport van afvalstoffen" en "zwaar transport van niet-afvalstoffen" niet gerechtvaardigd. Enerzijds wordt niet aangetoond dat alleen afvalstoffen gevaarlijk zijn en dat niet-afvalstoffen niet noodzakelijk gevaarlijk hoeven te zijn en anderzijds wordt niet aangetoond dat alleen het transport van afvalstoffen per definitie zwaarder en schadelijker is voor het wegennet.

Anderzijds is een bijkomende motivering in het overwegend gedeelte van de verordening wel noodzakelijk indien een bepaalde categorie of activiteit wel wordt belast en een andere niet. Het gelijkheidsbeginsel is geschonden indien er geen objectieve en redelijke verantwoording is voor het verschillend behandelen van bepaalde categorieën of activiteiten.

Uit rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass., 17/02/2005, nummer RC052H5-1) blijkt wel dat de motivering niet noodzakelijk in het belastingreglement zelf moet opgenomen worden maar dat deze minstens wel uit het administratief dossier moet blijken.