Wanneer behoort een bepaalde uitgave tot de exploitatie en wanneer tot de investeringen?

De exploitatie omvat de ontvangsten en uitgaven die gewoonlijk minstens één keer per financieel boekjaar voorkomen en die te maken hebben met de regelmatige, gewone werking van het bestuur. Ook de periodieke aflossingen van de leningen behoren tot de exploitatie.

De investeringen omvatten alle ontvangsten en uitgaven die invloed hebben op de omvang, de waarde of de instandhouding van het patrimonium van het bestuur, behalve de gewone onderhoudswerkzaamheden. Ook de ontvangsten van leningen en toelagen die verband houden met die uitgaven behoren tot de investeringen, net als de investeringsbeleggingen en de vervroegde terugbetalingen van de leningen.

Een ontvangst of een uitgave waarover twijfel bestaat of ze tot de investeringen moet worden gerekend, wordt in de exploitatie ondergebracht. Als ontvangsten of uitgaven eenmaal zijn toegewezen aan exploitatie of investeringen, kan die toewijzing niet meer worden gewijzigd (artikel 4 van het reglement).

In een beperkt aantal gevallen kunnen er zowel argumenten zijn voor een opname in de investeringen als voor een opname in de exploitatie. In dat geval kan de keuze bepaald worden in het overleg tussen het bestuur van de eredienst en het gemeentebestuur. Als er sprake is van een tussenkomst van het gemeentebestuur in de financiering van die uitgave, is de keuze voor exploitatie of investeringen immers ook voor de gemeente van belang. Dat zal immers het verschil bepalen tussen een afzonderlijke investeringstoelage en een verrekening in de exploitatietoelage.