Hoe verloopt de procedure voor de bestemmingswijzing van een pastorij?

Als de gemeente eigenaar is van de pastorij, kan ze zelf beslissen over een bestemmingswijziging. Sinds de wet van 3 december 1984 heeft de deputatie daar geen rol meer in te spelen en vallen wijzigingen van een bestemming van een gemeentegoed onder de autonomie van de gemeente. De gemeente kan, als eigenaar, zelf beslissen tot bestemmingswijziging van één van haar gebouwen. Wanneer dat een pastorij betreft, is een advies van het bisdom wel aangewezen.  Als de gemeenteraad beslist een andere woning ter beschikking te stellen, of een woonstvergoeding toe te kennen, dan kan een woning die voorheen dienst deed als pastorie een andere bestemming krijgen. Daarmee wordt de vroegere pastorie (impliciet) gedesaffecteerd. Een bijzondere toestemming is daarvoor niet nodig.

Er is hierop echter één uitzondering, nl. wanneer het om een presbyterium gaat. Een presbyterium is een pastorie van voor de negentiende eeuw, die genationaliseerd werd in de Franse revolutionaire periode, niet vervreemd, en dan in 1802 opnieuw de bestemming van pastorie gekregen heeft. Een dergelijk presbyterium kan slechts een nieuwe bestemming krijgen nadat het werd gedesaffecteerd door de Vlaamse regering, na advies van de bisschoppelijke overheid (art. 275/1 van het eredienstendecreet).

De beslissing omtrent de aanvraag om de procedure tot desaffectatie te starten is geen daad van beschikking, noch een daad van beheer. Het betreft hier een beslissing omtrent het statuut van het goed, waarvoor de gemeenteraad bevoegd is op basis van de volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad ( artikel 40, §1 van het decreet lokaal bestuur).