Welke algemene rekeningen gebruik ik in samenhang met de overlopende rekeningen?
De overlopende rekeningen (AR 490 t.e.m. AR 493) worden gebruikt om kosten en opbrengsten die betrekking hebben op meerdere boekjaren correct toe te wijzen aan het juiste boekjaar. De tegenrekening van een overlopende rekening moet dus altijd een kosten- of een opbrengstenrekening zijn.
De overlopende rekeningen ‘AR 490 Over te dragen kosten’ en ‘AR 492 Toe te rekenen kosten’ worden gebruikt in samenhang met een kostenrekening. De overlopende rekeningen ‘AR 491 Verkregen opbrengsten’ en ‘AR 493 Over te dragen opbrengsten’ worden gebruikt in relatie tot een opbrengstenrekening.
Een overlopende rekening kan nooit worden gebruikt in samenhang met een balansrekening. De tegenrekening kan dus nooit een financiële rekening (AR 55) zijn.
Concrete voorbeelden zijn terug te vinden in boekhoudfiche 7502.