Verkiezingen centraal (kerk)bestuur

De centrale besturen van de eredienst moeten 3-jaarlijkse verkiezingen organiseren. Er is echter een verschil tussen de rooms-katholieke eredienst en de overige erediensten.

Rooms-katholieke eredienst

In elke gemeente met meer dan één kerkfabriek moet een centraal kerkbestuur worden opgericht. Wanneer in een gemeente slechts 1 kerkfabriek overblijft (bvb. na een samenvoeging), wordt het centraal kerkbestuur van rechtswege opgeheven. Denk eraan de kruispuntbank van ondernemingen (KBO) hiervan op de hoogte te brengen via e-mail naar kbo-bce-cult@economie.fgov.be.

De driejaarlijkse vernieuwing van het centraal kerkbestuur blijft gekoppeld aan de driejaarlijkse gedeeltelijke verkiezing van de bestuursleden van de kerkraden. De verkiezing van het centraal kerkbestuur volgt zo snel mogelijk na de gedeeltelijke verkiezing van de kerkraad.

Deze verkiezing volgt dus ook de cyclus van 2023, 2026, 2029 enz. Dit betekent dat alle afgevaardigden van de kerkfabrieken die zetelen in de centrale kerkbesturen opnieuw moeten worden verkozen. De uittredende leden zijn herverkiesbaar als zij nog voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zij zich opnieuw kandidaat stellen. Dat geldt niet voor de vertegenwoordiger die aangesteld werd door het representatief orgaan. Hij/zij blijft zetelen in het centraal kerkbestuur, tenzij het representatief orgaan iemand anders aanduidt.

Na de verkiezing van het centraal kerkbestuur, kan het nieuwe centraal kerkbestuur de zittende expert in zijn aanstelling bevestigen of er kan een nieuwe expert worden aangesteld. Daarnaast worden ook de mandaten van voorzitter en secretaris vacant. Dus nadat het centraal kerkbestuur terug is verkozen, zal binnen het centraal kerkbestuur een (nieuwe) voorzitter en een (nieuwe) secretaris verkozen moeten worden.

Andere erediensten

Een centraal bestuur moet opgericht worden wanneer:

• in een gemeente minstens 4 besturen van de eredienst zijn (protestants, Israëlitisch of anglicaans)
• in een provincie minstens 4 besturen van de eredienst zijn (islamitisch of orthodox)

De vernieuwing van de centrale besturen bij de niet-rooms-katholieke erediensten is losgekoppeld van de gedeeltelijke verkiezing van de besturen van de eredienst die eronder ressorteren. Deze volgen dus niet automatisch de cyclus 2023, 2026, 2029 enz. De opgerichte centrale besturen volgen hun eigen driejaarlijkse cyclus, waarbij ook hier alle afgevaardigden telkens opnieuw moeten worden verkozen. Na elke erkenning van een bijkomend bestuur van de eredienst binnen de gemeente/provincie worden de afgevaardigden van de bestuursorganen van het bestuur van de eredienst opnieuw verkozen voor een periode van drie jaar. Een afwijking van die cyclus zal opnieuw optreden als er in tussentijd een bijkomend bestuur van de eredienst wordt erkend.

Aangezien in 2023 hoogstwaarschijnlijk heel wat lokale geloofsgemeenschappen zullen erkend worden, vraagt dit extra aandacht voor de decretale verplichting tot het oprichting van deze centrale besturen. De centrale besturen hebben immers een belangrijke rol en staan o.a. in voor het gecoördineerd indienen van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening. Tevens zorgen zij voor de coördinatie van het beleid inzake het (on)roerend patrimonium van de besturen van de eredienst met inbegrip van de prioritaire investeringen.