Noodopvang basisschoolkinderen

In deze opvang is de focus een vakantiewerking met aandacht voor spel en beweging, rekening houdend met de veiligheidsmaatregelen. Volgende veiligheidsmaatregelen gelden voor de noodopvang:

• Laat de kinderen zo maximaal mogelijk buiten spelen en eten. Communiceer hierover met ouders, zodat hun kinderen aangepaste kledij dragen.
• Ventileer goed indien u toch binnen activiteiten plant.
• Kinderen moeten vanaf 6 jaar een mondmasker dragen. Begeleiders dragen ook steeds een mondmasker. 
• De noodopvang past de veiligheidsmaatregelen uit het draaiboek opvang schoolkinderen toe (meer info: https://www.opgroeien.be/boa/partners/coronavirus).

Het is belangrijk te benadrukken dat noodopvang wordt gezien als een uitzonderingsregime. Gezien de hoge circulatie van het virus binnen de groep kinderen van deze leeftijdscategorie en de hoge uitval wegens ziekte of quarantaine bij leraars en kinderbegeleiders, blijven we er op rekenen dat de ouders zoveel als mogelijk zelf oplossingen zoeken. Enkel indien dit niet mogelijk is, moet noodopvang voorzien worden.

We vragen dus heel goed te bekijken voor welke kinderen opvang noodzakelijk of aangewezen is. Dit zal steeds maatwerk zijn, waarbij we een grote mate van autonomie laten aan de lokale actoren. Indien er toch keuzes moeten gemaakt worden, geven we volgende richtlijnen mee:

• Geef voorrang aan kinderen van ouders die beide in cruciale beroepen en essentiële diensten werken. Dit zijn bijvoorbeeld: zorgberoepen, politie, kinderopvang, voedingssector, …
• Geef voorrang aan kwetsbare ouders, ouders met een precaire arbeidssituatie of kinderen in een verontrustende thuissituatie.
• Denk aan gezinnen met een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte, alleenstaande ouders, …
• Laat ruimte voor individuele vragen. Niet elke ouder vindt zomaar een oplossing in het (in)formele netwerk. Opvang door vrienden of familie die tot een risicogroep behoren, is geen veilig alternatief. Bekijk lokaal naar oplossingen voor de gezinnen met een opvangvraag.
• Zieke kinderen en kinderen in quarantaine kunnen niet worden opgevangen.

We willen u alvast opnieuw van harte danken voor uw volgehouden inspanningen in deze ongewone tijden. Dankzij de energie en creativiteit van de lokale besturen en partners, kunnen we deze crisis samen doorkomen.

Ouders bekijken bij sluitingen van scholen of sluiting van opvanginitiatieven eerst maximaal zelf of er geen opvang kan worden voorzien via het informele circuit.

Indien noodopvang noodzakelijk wordt geacht en er bijkomend opvangaanbod moet worden gecreëerd, gebeurt dat, na de maximale inzet van het beschikbare personeel en de beschikbare accommodatie in de betreffende gemeente, zowel voor de scholen als voor de welzijnsvoorzieningen, in onderling overleg tussen alle actoren. Het lokaal bestuur neemt daarbij een regierol op en geeft gelijke kansen aan elke lokale actor. Er kan daarbij ook een beroep worden gedaan op jeugdwerkinitiatieven, sportwerkinitiatieven of andere lokale actoren die bijkomend opvangaanbod kunnen creëren.

De noodopvang wordt zoveel als mogelijk georganiseerd volgens de geldende kwaliteitsvoorwaarden. Kinderen die al frequent contact hadden, worden bij voorkeur niet uit elkaar gehaald en gemengd. Daarbij moet maximaal rekening worden gehouden met de richtlijnen uit het draaiboek rond de organisatie van opvang voor schoolgaande kinderen van het Agentschap Opgroeien.

Het lokaal bestuur moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

1. Het lokaal bestuur dient een aanvraag in die voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in het besluit; 
2. Het lokaal bestuur werkt voor de organisatie van de noodopvang in onderling overleg samen met andere lokale actoren. Een gelijke behandeling van het publiek aanbod en het privaat initiatief staat daarbij voorop;
3. Het lokaal bestuur sluit met de lokale actoren een overeenkomst voor noodopvang, waarin minstens het bijkomende opvangaanbod wordt opgenomen. Dat bijkomende opvangaanbod wordt uitgedrukt in dagen waarvoor ze de subsidie zullen aanwenden zoals bepaald in het besluit;
4. De lokale besturen vergoeden de lokale actoren voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod aan de hand van de parameters vastgelegd in het besluit, binnen de maand volgend op de maand waarin de noodopvang uitgevoerd werd.

In het besluit zijn een aantal actoren benoemd die bijkomend opvangaanbod kunnen realiseren en daarvoor een subsidie kunnen krijgen. Die lijst is niet limitatief.

Het gaat onder andere om de volgende actoren: 

• Het lokaal bestuur zelf;
• Organisatoren van buitenschoolse opvang die bijkomend opvangaanbod willen creëren tijdens de schooluren en die eerst alle beschikbare en op een andere manier gesubsidieerde middelen hebben ingezet voor buitenschoolse opvang tijdens de normale uren (voor en na de schooluren) of voor opvang tijdens de schooluren. Deze gesubsidieerde organisatoren buitenschoolse opvang worden verondersteld eerst de beschikbare middelen maximaal in te zetten alvorens de extra subsidie aan te vragen;
• Bestaande en reeds bekende organisatoren buitenschoolse opvang waarvoor geen vergunning, attest van toezicht, erkenning of toestemming door Opgroeien regie toegekend werd;
• Jeugdwerkinitiatieven of sportwerkinitiatieven;
• De internaten als vermeld in de artikelen III.21 en III.35, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;
• De tehuizen als vermeld in de artikelen III.1, § 1, eerste lid, III.20, III.35, § 1, 2° en III.37, van dezelfde codificatie;
• De internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde codificatie;
• De internaten met permanente openstelling als vermeld in hoofdstuk 6 van dezelfde codificatie;
• De multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap (MFC’s) als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
• De centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG’s) als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning;
• Andere voorzieningen in de jeugdhulp.

De informele opvang (grootouders, familie en vrienden die instaan voor de opvang) komt niet in aanmerking voor de subsidie.

Tijdens de periode van 13 december 2021 tot en met 15 april 2022 bedraagt de subsidie voor de lokale besturen:

1. voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;
2. voor de inzet of het veiligheidsonderhoud van de infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.

Als er voor de noodopvang tijdens een vakantieperiode, en met uitzondering van de periode van 20 december tot en met 24 december 2021, een ouderbijdrage wordt gevraagd, zoals vermeld in artikel 7, tweede lid, van het besluit, bedraagt de subsidie:

1. voor de inzet van personeel: 10 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 5 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;
2. voor de inzet of het veiligheidsonderhoud van de infrastructuur: 5 euro per effectief opgevangen kind per dag.

Lokale actoren hebben voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod recht op de bovenvermelde bedragen. Het lokaal bestuur moet binnen de maand volgend op de maand waarin de opvang uitgevoerd werd, de lokale actoren betalen.

Onder de inzet van infrastructuur wordt begrepen: kosten die gemaakt worden voor infrastructuur en daarmee gepaard gaande kosten, omkadering, verbruiksmaterialen, wifi, dagelijkse ontsmetting, schoonmaak, georganiseerd vervoer...

Tijdens de periode van 13 december 2021 tot en met 15 april 2022 wordt voor de uitzonderlijke opvang van jongeren buiten de normale openstelling van de instelling of de opvang, tijdens de normale openstelling van de instelling, van jongeren die niet in de instelling zelf zijn ingeschreven, het bedrag per instelling berekend door per halve dag uitzonderlijke opvang het aantal aanwezige uitzonderlijk opgevangen internen te vermenigvuldigen met 50 euro. De meerkosten moeten aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten worden verantwoord.

Voor de internaten met permanente openstelling geldt deze bepaling ook voor de aanwezige internen van 20 tot en met 24 december 2021.

Voor de opvang van schoolkinderen die voor verblijf of schoolaanvullende dagopvang aan de voorziening werden toevertrouwd en die buiten de vakantieperiode geen school kunnen lopen, wordt het bedrag per voorziening berekend door per halve dag uitzonderlijke opvang het aantal aanwezige uitzonderlijk opgevangen internen of kinderen die een overeenkomst hebben voor enkel schoolaanvullende dagopvang, te vermenigvuldigen met 50 euro.

De meerkosten moeten worden verantwoord aan respectievelijk het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap voor de MFC’s, en aan het Agentschap Opgroeien regie voor de CKG’s en andere voorzieningen in de jeugdhulp.

Welzijnsvoorzieningen die afhankelijk zijn van leerlingenvervoer voor de dagopvang voor kinderen met bijzondere noden, signaleren aan de vervoerder welke noden zij in de weken waarin onderwijsactiviteiten omwille van Corona opgeschort worden, nog zullen hebben. Vervoer voor deze kinderen blijft gegarandeerd, zodat de kinderen de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Indien een welzijnsvoorziening bijkomend moet instaan voor het vervoer van kinderen met speciale noden, kan ze voor de reëel gemaakte kosten een financiële compensatie krijgen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. De welzijnsvoorziening verstrekt daartoe de gevraagde inlichtingen of stukken aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Het lokaal bestuur dient uiterlijk op 31 mei 2022 via het Digitaal Loket bij het Agentschap Binnenlands Bestuur een aanvraag voor het ontvangen van de subsidie in. Daarbij wordt de volgende informatie meegegeven:

1. de identificatiegegevens van het lokaal bestuur;
2. per lokale actor en per periode waarin de opvang heeft plaatsgevonden, het aantal effectief opgevangen kinderen in het licht van de noodopvang;
3. een verklaring op eer dat “De gegevens over het aantal effectief opgevangen kinderen correct zijn.”;
4. een verklaring op eer dat: “De organisator de voorwaarden vermeld in dit besluit heeft nageleefd.”;
5. de datum en (digitale) ondertekening.

De subsidie wordt aangevraagd via de functionaliteit 'Subsidiebeheer' van het Loket voor Lokale Besturen. De persoon die de subsidie aanvraagt, moet in het loket wel over de nodige rechten beschikken. Die rechten kan u aanvragen bij uw lokale beheerder. Uw lokale beheerder moet de persoon die de subsidie zal aanvragen, toegang geven tot de context ‘Subsidies’ via het gebruikersbeheer voor Lokale Besturen.

In het Loket voor Lokale Besturen worden 7 periodes voorzien om de subsidie aan te vragen:

• December 2021 (13/12/2021 - 17/12/2021)
• Vervroegde kerstvakantie 2021 (20/12/2021 - 24/12/2021)
• Kerstvakantie 2021 (27/12/2021 - 7/1/2022)
• Winter 2022 (10/1/2022 - 25/2/2022)
• Krokusvakantie 2022 (28/2/2022 - 4/3/2022)
• Voorjaar 2022 (7/3/2022 - 1/4/2022)
• Paasvakantie 2022 (4/4/2022 - 15/4/2022)

Het Agentschap Binnenlands Bestuur zal aan de lokale besturen meedelen wanneer de betrokken periodes in het subsidieloket worden opengesteld. Vanaf de openstelling kan het bestuur al data voor de subsidieaanvraag invullen en bewaren als concept, zodat na afloop van elke periode de aanvraag in één keer kan worden doorgestuurd. 

Naar het Loket voor Lokale Besturen

De instellingen die in uitzonderlijke opvang hebben voorzien, dienen uiterlijk op 22 april 2022 een onkostenstaat in bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Dat agentschap stelt daartoe een formulier ter beschikking.

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten betaalt het subsidiebedrag uiterlijk op 30 november 2022 aan de betrokken instellingen uit. 

De MFC’s vragen de compensatie uiterlijk op 1 juli 2022 aan bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Dat agentschap  stelt daartoe een aanvraagformulier ter beschikking. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap betaalt het subsidiebedrag voor de MFC’s uiterlijk op 30 september 2022 uit.

De CKG’s en andere voorzieningen in de jeugdhulp vragen de compensatie uiterlijk op 1 juli 2022 aan bij het Agentschap Opgroeien regie. Dat agentschap stelt daartoe een aanvraagformulier ter beschikking. Het Agentschap Opgroeien regie betaalt het subsidiebedrag voor de CKG’s en andere voorzieningen in de jeugdhulp uiterlijk op 30 september 2022 uit.

Als een welzijnsvoorziening bijkomend moet instaan voor vervoer van kinderen met speciale noden, dan kan ze voor de reëel gemaakte kosten een financiële compensatie krijgen. De welzijnsvoorziening verstrekt daartoe de gevraagde inlichtingen of stukken aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Nee. De opdracht die een lokaal bestuur krijgt om de noodopvang te organiseren krijgt het in de rol van regisseur en niet in de rol van organisator gemeentelijk onderwijs. Een lokaal bestuur moet de gelijke behandeling van de scholen (en netten) op het grondgebied garanderen.

Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet enkel het bijkomend opvangaanbod geregistreerd worden.

De organisator buitenschoolse opvang bezorgt daarover een verklaring op eer aan het lokaal bestuur en kan dat op vraag van de betrokken agentschappen ook aantonen.

De lokale actor moet minstens over een verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid beschikken.

Het lokaal bestuur geeft een overzicht van het totaal aantal effectief opgevangen kinderen. Op basis daarvan wordt het forfaitair bedrag toegekend. De uitgaven moeten niet worden gestaafd, maar het lokaal bestuur bezorgt wel een verklaring op eer over het aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de noodopvang en een verklaring op erewoord dat de organisator de voorwaarden vermeld in het besluit naleeft.

Het lokaal bestuur zoekt vanuit zijn regierol naar de best mogelijke oplossing voor de opvang van schoolkinderen, in overleg met andere lokale actoren. Een gelijke behandeling van het publiek aanbod en het privaat initiatief staat daarbij voorop.

Lokale besturen die reeds proactief afspraken hebben gemaakt met scholen om bijkomende opvangplaatsen te voorzien, komen ook in aanmerking voor de subsidie als voldaan is aan de voorwaarden in het besluit. Daarbij moet ook de gelijke behandeling van de scholen (en netten) op het grondgebied gegarandeerd worden. Het gaat dan over scholen die extra kosten moeten maken om in de school opvang te voorzien.

De extra week kerstvakantie kan enkel gesubsidieerd worden als het gaat om bijkomend gecreëerde noodopvang, m.a.w om opvang die anders niet voorzien is. De noodopvang die door leerkrachten gebeurt in de scholen tijdens de extra week kerstvakantie komt niet in aanmerking voor de subsidie. Die opvang wordt immers regulier gesubsidieerd. Dubbele financiering is niet mogelijk.

In enkele situaties kan er aanspraak gemaakt worden op een deel van de subsidie:

• Wanneer er in bijkomende noodopvang wordt voorzien in de scholen door de inzet van niet-onderwijzend personeel (niet-betaald personeel), kan er aanspraak worden gemaakt op een deel van de subsidie, namelijk de subsidie voor de inzet van personeel, maar niet voor de infrastructuursubsidie. De scholen blijven tijdens de extra week kerstvakantie immers gesubsidieerd met reguliere middelen voor hun infrastructuur.
• Wanneer er in bijkomende noodopvang wordt voorzien door onderwijzend personeel (betaald personeel) op een andere locatie dan in de scholen en waarvoor het lokaal bestuur een vergoeding moet betalen, kan er aanspraak worden gemaakt op een deel van de subsidie, namelijk de infrastructuursubsidie, maar niet op de subsidie voor de inzet van personeel. Het onderwijzend personeel blijft immers vergoed tijdens de extra week kerstvakantie en valt onder de reguliere financiering.

Nee, de subsidie wordt toegekend aan de lokale besturen zoals bepaald in het besluit.

• Subsidie noodopvang voor lokale besturen: fondsen@vlaanderen.be
• Subsidie noodopvang voor CKG’s en andere voorzieningen in de jeugdhulp: ruth.denul@opgroeien.be
• Subsidie noodopvang voor internaten en tehuizen:  infolijn
• Voor de noodopvang in de week van 20 tot en met 24 december 2021: zie ook de FAQ-pagina van Onderwijs