Raad van State - Arrest nr. 251.722 van 1 oktober 2021 - Beroep tot nietigverklaring
De Raad van State oordeelt dat artikel 588, §§ 1 en 2, van het decreet lokaal bestuur de salarisschalen voor de titularissen van de nieuwe functies van algemeen directeur en van financieel directeur uniform vastlegt op de salarisschaal van de gemeentesecretaris en die van financieel beheerder zoals bepaald in respectievelijk artikel 122 en artikel 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, verhoogd met 30 %. Uniform dus niet ten persoonlijke titel gelet op het feit dat de functies van gemeentesecretaris en financieel beheerder verdwijnen en de functies van algemeen directeur en financieel directeur nieuwe functies zijn. De oude waarborgregeling uit de Nieuwe Gemeentewet voor de functies gemeentesecretaris en ontvanger is niet meer cumulatief van toepassing.
Er is dan ook geen noodzaak om tot een prejudiciële vraagstelling over te gaan.
De zienswijze dat in concreto eerst de salarisschaal van een individuele functiehouder wordt verlaagd, om ze dan te verhogen naar aanleiding van een aangepast takenpakket, is een onjuiste voorstelling van zaken. De gemeentesecretaris of financieel beheerder die algemeen, respectievelijk financieel, directeur wordt, verlaat zijn oude functie, om over te stappen naar een nieuwe functie, waaraan een eigen, aangepaste salarisschaal vastzit.
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Xe KAMER
ARREST
nr. 251.722 van 1 oktober 2021
in de zaak A. 228.155/X-17.506
In zake : de STAD NIEUWPOORT
bijgestaan en vertegenwoordigd door
advocaten Dirk Peeters en Matthias Lierman
kantoor houdend te 8200 Brugge
Gistelse Steenweg 593
bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
het VLAAMSE GEWEST
bijgestaan en vertegenwoordigd door
advocaat Tom De Sutter
kantoor houdend te 9000 Gent
Koning Albertlaan 128
bij wie woonplaats wordt gekozen
I. Voorwerp van het beroep
1. Het beroep, ingesteld op 17 mei 2019, strekt tot de nietigverklaring van “het Ministerieel besluit van 20 maart 2019 houdende de vernietiging van de beslissing van de gemeenteraad van Nieuwpoort d.d. 22 maart 2018 voor wat betreft artikel 3 waarbij de salarisschaal van de algemeen directeur wordt vastgesteld en van de beslissing van de gemeenteraad van Nieuwpoort d.d. 26 juli 2018 voor wat betreft artikel 3 waarbij de salarisschaal van de financieel directeur wordt vastgesteld”.
II. Verloop van de rechtspleging
2. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend.
Eerste auditeur Iris Verheven heeft een verslag opgesteld.
De verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend.
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 19 maart 2021.
Kamervoorzitter Johan Lust heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Dirk Peeters, die verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Tom De Sutter, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.
Eerste auditeur Iris Verheven heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3. Het decreet van 22 december 2017 ‘over het lokaal bestuur’ (hierna: decreet lokaal bestuur) vervangt de bestaande decreten die de organisatie en de werking van de Vlaamse lokale besturen regelen. Het voorziet onder meer in het nieuwe ambt van de algemeen directeur, die in de plaats treedt van zowel de gemeentesecretaris als de OCMW-secretaris, en van dat van de financieel directeur, die in de plaats treedt van zowel de financieel beheerder van de gemeente als van de financieel beheerder van het OCMW.
Bij beslissing van 22 maart 2018 stelt de gemeenteraad van de stad Nieuwpoort de salarisschaal van algemeen directeur vast, gaande van 43.517,60 tot 64.065,96 (artikel 3).
Op 24 mei 2018 neemt de gemeenteraad kennis van de aanstelling van rechtswege van Benoit Willaert, die gemeentesecretaris te
Nieuwpoort was, als algemeen directeur. Hij wordt ingeschaald in de salarisschaal van algemeen directeur zoals vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 22 maart 2018.
De gemeenteraad stelt op 26 juli 2018 de salarisschaal van financieel directeur vast, gaande van 41.405,00 tot 60.905,00 (artikel 3). Na kennisneming van de aanstelling van rechtswege van Philip Pieters, die financieel beheerder van het OCMW was, als financieel directeur, wordt hij ingeschaald in de salarisschaal van financieel directeur.
Een afschrift van de gemeenteraadsbeslissingen van 22 maart 2018 en 26 juli 2018 wordt op 30 januari 2019 aan de gouverneur gezonden.
Bij besluit van 20 maart 2019 vernietigt de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding de gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2018 “voor wat betreft artikel 3 waarbij de salarisschaal van de algemeen directeur met als minimum 43.517,60 en maximum 64.065,96 wordt vastgesteld” (artikel 1), evenals de gemeenteraadsbeslissing van 26 juli 2018 “voor wat betreft artikel 3 waarbij de salarisschaal van de financieel directeur met als minimum 41.405,00 en maximum 60.905,00 wordt vastgesteld” (artikel 2).
Met betrekking tot de salarisschaal van de algemeen directeur wordt hoofdzakelijk gemotiveerd:
“In voormeld artikel 588, §1, [van het decreet lokaal bestuur] slaat ‘de salarisschaal van de gemeentesecretaris’ op de organieke salarisschaal van het ambt van gemeentesecretaris en niet op de salarisschaal die desgevallend in overgang en ten persoonlijke titel aan de gemeentesecretaris werd toegekend met toepassing van artikel 226 van [het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 ‘houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel, en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositieregeling van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna: het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit)]. Indien de decreetgever dit laatste had bedoeld dan had deze mogelijkheid voorzien moeten zijn geweest in de overgangsbepalingen van het [decreet lokaal bestuur], wat niet het geval is.
De organieke salarisschaal van de gemeentesecretaris wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 122 [van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit].
De gemeente Nieuwpoort telt 11.552 inwoners op 1 januari 2018 volgens de bevolkingscijfers gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 19 februari 2018.
Volgens artikel 122, §1 [van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit] bepaalt de gemeenteraad de salarisschaal van de gemeentesecretaris, binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009: 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners: 30.226,21 – 44.643,33.
Deze organieke salarisschaal van de gemeentesecretaris, verhoogd met 30% geeft de salarisschaal van de algemeen directeur in de gemeente Nieuwpoort, met als minimum 39.294,07 en als maximum 58.036,33.
De salarisschaal voor de algemeen directeur vastgesteld in artikel 3 van de beslissing van de gemeenteraad van Nieuwpoort d.d. 22 maart 2018 met als minimum 43.517,60 en maximum 64.065,96 is om genoemde reden in strijd met artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur].”
Wat de salarisschaal van de financieel directeur betreft, wordt overwogen:
“Overeenkomstig artikel 588, § 2 [van het decreet lokaal bestuur], in werking getreden op 25 februari 2018, zijnde de tiende dag na de datum van bekendmaking van het [decreet lokaal bestuur] in het Belgisch Staatsblad (15 februari 2018), is de salarisschaal van de financieel directeur gelijk aan de salarisschaal van de financieel beheerder verhoogd met 30%.
[…]
In voormeld artikel 588, §1 [van het decreet lokaal bestuur] slaat ‘de salarisschaal van de gemeentesecretaris’ op de organieke salarisschaal van het ambt van gemeentesecretaris en niet op de salarisschaal die desgevallend in overgang en ten persoonlijke titel aan de gemeentesecretaris werd toegekend met toepassing van artikel 226 van [het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit]. Indien de decreetgever dit laatste had bedoeld dan had deze mogelijkheid voorzien moeten zijn geweest in de overgangsbepalingen van het [decreet lokaal bestuur], wat niet het geval is.
De organieke salarisschaal van de financieel beheerder wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 124 [van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit].
De gemeente Nieuwpoort telt 11.552 inwoners op 1 januari 2018 volgens de bevolkingscijfers gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 19 februari 2018.
Overeenkomstig de memorie van toelichting betreffende artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur] is de inschaling van de financieel directeur gebaseerd op hetgeen bepaald is in artikel 124 van het [Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit].
Volgens artikel 124 [van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit] bepaalt de gemeenteraad de salarisschaal van de financieel beheerder, binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009: 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners: 28.473,97 – 42.055,31.
Deze organieke salarisschaal van de financieel beheerder, verhoogd met 30% geeft de salarisschaal van de algemeen directeur in de gemeente Nieuwpoort, met als minimum 37.016,16 en als maximum 54.671,90.
De salarisschaal voor de financieel directeur vastgesteld in artikel 3 van de beslissing van de gemeenteraad van Nieuwpoort d.d. 26 juli 2018 met als minimum 41.405,00 en maximum 60.905,00 is om genoemde reden in strijd met artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur].”
III. Onderzoek van de middelen
A. Eerste middel
Uiteenzetting van het middel
4. Een eerste middel is afgeleid uit de “schending van artikel 254 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, juncto artikel 332 decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, al dan niet in samenhang met de schending van het motiveringsbeginsel”, doordat de toezichtstermijn voor de verwerende partij liep van 7 februari 2019 tot en met 8 maart 2019 en de bestreden beslissing buiten de termijn van het “in casu nog toepasselijke” artikel 255 van het gemeentedecreet is genomen.
Beoordeling
5. Het middel gaat er kennelijk van uit dat de gemeenteraadsbeslissingen die door het bestreden besluit werden vernietigd, geen beslissingen zijn waarvan, zoals door artikel 253 van het gemeentedecreet vereist, een kopie naar de gouverneur moet worden gezonden.
Mocht dat immers wel het geval zijn, dan verstreek de toezichtstermijn, gelet op artikel 599 van het decreet lokaal bestuur juncto artikel 255, §§ 1 en 2, van het gemeentedecreet, niet op 8 maart 2019, maar pas op 24 maart 2019, zijnde de vijftigste dag na de derde dag volgend op de verzending van de beslissingen op 30 januari 2019.
6. Artikel 253, § 1, 1°, van het gemeentedecreet schrijft voor dat binnen twintig dagen na het besluit een kopie wordt verzonden naar de provinciegouverneur van de besluiten van de gemeenteraad betreffende de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel. Zoals de memorie van toelichting bij het gemeentedecreet ten overvloede bevestigt (Parl.St. Vl.Parl. 2004-05,347/1, 110), behoren tot de besluiten betreffende de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, onder meer de salarisschalen.
7. In zoverre verzoekster van mening is dat de salarisschalen van algemeen directeur en van financieel directeur die de gemeenteraad op 22 maart 2018, respectievelijk 26 juli 2018, overeenkomstig artikel 588 van het decreet lokaal bestuur vaststelde, een “louter individuele strekking” hebben, vergist zij zich. De salarisschaal heeft een algemene, onpersoonlijke draagwijdte. Dat wordt door verzoekster zelfs bevestigd in de laatste memorie, waar zij schrijft dat haar beslissing van 22 maart 2018 de functie van algemeen directeur viseerde “los van de individuele persoon die de functie zou invullen en als functiehouder zou worden aangesteld”.
8. Het blijkt niet dat de verwerende partij met het bestreden ministerieel besluit van 20 maart 2019 de toezichtstermijn te buiten is gegaan. Het eerste middel wordt verworpen.
B. Tweede middel
Uiteenzetting van het middel
9.1. Verzoekster voert in een eerste middelonderdeel van het tweede middel de schending aan van artikel 588 van het decreet lokaal bestuur en artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit juncto artikel 29 van de nieuwe gemeentewet.
Volgens verzoekster kan uit artikel 588 van het decreet lokaal bestuur worden afgeleid dat er wel degelijk de persoonlijke salarisschaal van de gemeentesecretaris of financieel beheerder in bedoeld wordt. Weliswaar verwijst de memorie van toelichting naar de artikelen 122 en 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, maar de vermelding “in beginsel” “betekent dat een afwijking of uitzondering op de regel mogelijk is”. Artikel 588 van het decreet lokaal bestuur in die zin interpreteren dat een andere inschaling dan op basis van artikel 122 of 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit niet mogelijk is strijdt met artikel 29 van de nieuwe gemeentewet en artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, “waar in de mogelijkheid van een dergelijke individuele aanpassing wel voorzien is”.
9.2. In een tweede middelonderdeel betoogt verzoekster dat het motiveringsbeginsel is geschonden “nu uit de bestreden beslissing zelf niet kan worden afgeleid op welke motieven de beslissing, in casu de interpretatie dat de salarisschaal uit artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur] betrekking heeft op de organieke salarisschaal, is gegrond”. Het zou onlogisch zijn, aldus verzoekster “in concreto eerst de salarisschaal van een individueel functiehouder te gaan verlagen om deze dan te verhogen naar aanleiding van een aangepast en vooral uitgebreid takenpakket”.
9.3. Een derde middelonderdeel wordt afgeleid uit de schending van het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Uiteengezet wordt dat artikel 588 van het decreet lokaal bestuur uitdrukkelijk in het behoud van de geldelijke anciënniteit voorziet en dat nooit het behoud van de geldelijke anciënniteit gegarandeerd kan worden als niet de persoonlijke salarisschaal wordt gehanteerd voor de verhoging met 30 %. Het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel vereisen, aldus verzoekster, dat de verhoging van het salaris met 30 % voor de algemeen directeur en de financieel directeur berekend wordt op hun reeds toegekende persoonlijke salarisschaal, zo niet “zou hun rechtspositie er op achteruitgaan door het invullen van een nieuwe functie met uitgebreider taken, terwijl net een salarisverhoging voorzien is voor deze nieuwe functie met uitgebreider taken”.
10.1. In de laatste memorie voegt verzoekster met betrekking tot het eerste middelonderdeel nog toe dat indien de interpretatie van de verwerende partij van artikel 588 van het decreet lokaal bestuur wordt gevolgd, er reden is tot het stellen van de volgende prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof:
“Schendt artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het daarin vervatte gelijkheidsbeginsel indien dit zo wordt geïnterpreteerd dat de gemeentesecretarissen die voor de inwerkingtreding van deze bepaling een organieke salarisschaal genoten overeenkomstig artikel 122 van [het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit], en die vervolgens als algemeen directeur werden aangesteld een decretale salarisverhoging ten bedrage van 30% wordt toegekend terwijl dit niet geldt voor de gemeentesecretarissen die voor de inwerkingtreding van deze bepaling een afwijkende salarisschaal genoten overeenkomstig artikel 226 van hetzelfde Rechtspositieregelingsbesluit en die vervolgens als algemeen directeur werden aangesteld.”
10.2. Nog in de laatste memorie vraagt verzoekster met betrekking tot het derde middelonderdeel desgevallend de volgende prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof te stellen:
“Schendt artikel 588 [van het decreet lokaal bestuur] het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel als beginselen van behoorlijke regelgeving in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien dit zo wordt geïnterpreteerd dat zonder enige objectieve en redelijke verantwoording de met toepassing van artikel 29 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 226 van het [Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit] toegekende klasseverhogingen worden afgeschaft ten aanzien van de gemeentesecretarissen die voor de inwerkingtreding van deze bepaling een afwijkende salarisschaal genoten overeenkomstig artikel 226 van dit Rechtspositieregelingsbesluit en die als algemeen directeur werden aangesteld, waardoor deze in tegenstelling tot de gemeentesecretarissen die voor de inwerkingtreding van deze bepaling een organieke salarisschaal genoten overeenkomstig artikel 122 van hetzelfde Rechtspositieregelingsbesluit en die werden aangesteld als algemeen directeur de decretaal voorziene salarisverhoging van 30% wordt ontzegd.”
Beoordeling
11. Artikel 588, § 1, eerste en tweede lid, van het decreet lokaal bestuur voorziet met betrekking tot het nieuwe ambt van algemeen directeur in de volgende overgangsregeling:
“De algemeen directeur wordt met behoud van zijn geldelijke anciënniteit ingeschaald in de salarisschaal van algemeen directeur zoals die door de gemeenteraad wordt vastgesteld.De salarisschaal van de algemeen directeur is gelijk aan de salarisschaal van de gemeentesecretaris verhoogd met 30%”.
Wat het nieuwe ambt van financieel directeur betreft, schrijft artikel 588, § 2, eerste en tweede lid, van het decreet lokaal bestuur voor:
“De financieel directeur wordt met behoud van zijn geldelijke anciënniteit ingeschaald in de salarisschaal van financieel directeur zoals die door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
De salarisschaal van de financieel directeur is gelijk aan de salarisschaal van de financieel beheerder verhoogd met 30%.”
12. Volgens de verwerende partij refereren “de salarisschaal van de gemeentesecretaris” en “de salarisschaal van de financieel beheerder”, in artikel 588, § 1, respectievelijk § 2, van het decreet lokaal bestuur, aan de organieke regeling in artikel 122, respectievelijk 124, van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit (30.226,21 – 44.643,33, respectievelijk 28.473,97 – 42.055,31).
Verzoekster daarentegen is van mening dat “de salarisschaal van de gemeentesecretaris” en “de salarisschaal van de financieel beheerder” verwijzen naar de salarisschalen die de gemeentesecretaris en de financieel beheerder te Nieuwpoort persoonlijk genoten.
13. In de memorie van toelichting die aan het decreet lokaal bestuur voorafgaat, wordt met betrekking tot de hiervoor geciteerde bepalingen van artikel 588 van het decreet lokaal bestuur uiteengezet (Parl.St. Vl.Parl. 2017-2018, 1353/1, 165):
“De algemeen directeur en de financieel directeur krijgen de salarisschaal die verbonden is aan hetgeen bij decreet in overgang wordt bepaald. Hun inschaling is in beginsel gebaseerd op hetgeen is bepaald in artikel 122 en 124 van het besluit van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het salaris is 130% van het salaris van gemeentesecretaris. De geldelijke anciënniteit bepaalt de salaristrap in de salarisschaal.”
14. Uit de woorden “in beginsel” in de tweede zin leidt verzoekster af dat de inschaling “niet noodzakelijk uitsluitend” steunt op wat is bepaald in artikelen 122 en 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit en dat “een afwijking of uitzondering op de regel mogelijk is”.
De Raad van State deelt deze zienswijze niet. Naar het oordeel van de Raad drukt de zin uit dat voor de salarisschaal van de algemeen en de financieel directeur teruggevallen wordt op datgene wat artikelen 122 en 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit voorschrijven inzake de salarisschaal van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder – althans in principe, met dien verstande dat de salarisschaal van de gemeentesecretaris en van de financieel beheerder met 30 % wordt verhoogd vermits de functie van algemeen directeur en van financieel directeur nieuwe, andere functies zijn dan die van gemeentesecretaris en financieel beheerder.
15. Dat artikel 588 van het decreet lokaal bestuur als referentiepunt voor de verhoging met 30 % de salarisschaal van de gemeentesecretaris en die van de financieel beheerder in, respectievelijk, artikel 122 en 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit beogen, en niet zoals verzoekster meent de salarisschaal die de titularissen van het ambt van gemeentesecretaris en van financieel beheerder eventueel op persoonlijke titel hebben gekregen met toepassing van artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, wordt op 20 maart 2018 duidelijk bevestigd bij de behandeling van de vragen om uitleg 1386 en 1498 (2017-2018) in de commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid van het Vlaams Parlement.
De commissievergadering heeft plaats zeer korte tijd nadat het decreet lokaal bestuur op 15 februari 2018 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd en de overgangsbepalingen inzake de algemeen en de financieel directeur op 25 februari 2018 in werking traden. In haar antwoord op de vragen betoogt de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen,
Gelijke Kansen en Armoedebestrijding met betrekking tot de overgangsbepalingen onder andere wat volgt:
“Ik volg de redenering dat het om een nieuwe verzwaarde betrekking gaat en dat een hogere salarisschaal daarbij gepast is. Dat was volgens mij ook de motivatie van iedereen om dit artikel goed te keuren. Men moet namelijk twee functies combineren. Vroeger was er een OCMW-secretaris en een gemeente- of stadssecretaris, nu moet men als algemeen directeur die beide functies combineren. Voor financieel beheerder geldt uiteraard ook hetzelfde principe.
Ik sta achter deze regeling en met mij het parlement dat die 130 procent heeft gestemd. Ik herhaal – het staat drie keer op mijn blad, dus mijn medewerkers zullen dat belangrijk hebben gevonden: eerst unaniem in deze commissie en vervolgens ook in de plenaire vergadering. Op deze manier wordt de lijn van de uniforme salarisschalen voor de decretale graden niet doorbroken [cursivering door de Raad van State]”.
Tevens verwijst de minister in haar antwoord expliciet naar de uitlegging van de overgangsregeling in vragen en antwoorden, die – op 1 en 21 februari 2018 – op de webstek van het agentschap Binnenlands Bestuur zijn verschenen “[o]m misvattingen en foute interpretaties tegen te gaan”. De eerste reeks werd door de verschillende beroepsfederaties in samenwerking met de VVSG en het agentschap Binnenlands Bestuur opgesteld. Het agentschap voegde er nadien nog een tweede reeks vragen en antwoorden aan toe.
Eén van de vragen waarop al op 1 februari 2018 op de website een antwoord kon worden gelezen, luidt: “Wat indien men op dit ogenblik als cumulerend secretaris via een dubbele aanstelling meer dan 130 % salaris geniet (bv. 75 % bij zowel gemeente als OCMW)?” Geantwoord wordt onder meer:
“Het decreet laat op het vlak van de vast te stellen salarisschaal geen ruimte. Indien men algemeen directeur wordt bij de gemeente [krijgt men] een salarisschaal van 130% van de (organieke) betrekking van gemeentesecretaris. Aan de oude betrekkingen van gemeentesecretaris en van OCMW-secretaris komt een einde, dus ook aan de salarissen gekoppeld aan die oude betrekkingen.”
Op 21 februari 2018 verschijnt als antwoord op de vraag “Hoe wordt de nieuwe salarisschaal van de algemeen directeur of financieel directeur vastgesteld, wanneer die geniet van een salarisschaal op persoonlijke titel in overgang of die reeds een salaristoeslag had op basis van een beheersovereenkomst?”:
“Bij de vaststelling van de salarisschaal van de nieuwe betrekking van algemeen/financieel directeur moet rekening gehouden worden met de organieke salarisschaal van de betrekking van gemeentesecretaris/financieel beheerder van de gemeente. Met de salarisschaal die op persoonlijke titel in overgang zou zijn toegekend aan een secretaris of financieel beheerder kan geen rekening gehouden worden. Evenmin kan rekening gehouden worden met de mogelijke bestaande salaristoeslag (max 30% jaarsalaris) als gevolg van een uitbreiding van het takenpakket van secretaris respectievelijk financieel beheerder op grond van een beheersovereenkomst.
Op basis van artikel 588 van het [decreet lokaal bestuur] is de nieuwe salarisschaal van de algemeen/financieel directeur gelijk aan de salarisschaal van de gemeentesecretaris/financieel beheerder, vastgesteld op basis van artikel 122 en 124 van het [Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit] van 7 december 2007, verhoogd met 30%.”
16. Uit wat voorgaat, wordt dan ook besloten dat artikel 588, §§ 1 en 2, van het decreet lokaal bestuur de salarisschalen voor de titularissen van de nieuwe functies van algemeen directeur en van financieel directeur uniform vastlegt op de salarisschaal van de gemeentesecretaris en die van financieel beheerder zoals bepaald in respectievelijk artikel 122 en artikel 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, verhoogd met 30 %.
17. De andere bepalingen waarvan verzoekster in het eerste middelonderdeel de schending aanvoert, kunnen niet tot een andere zienswijze bewegen.
Artikel 29 van de nieuwe gemeentewet schreef voor dat de gemeenten die behoren tot de klassen 1 tot en met 19, bepaald bij artikel 28, § 1, op hun verzoek voor de vaststelling van de weddeschaal verbonden aan het ambt van gemeentesecretaris door de Koning kunnen worden ingedeeld bij een hogere klasse dan die waartoe zij behoren op grond van hun bevolkingscijfer. Artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, op zijn beurt, voorziet erin dat de gemeentesecretaris in dienst en de financieel beheerder van de gemeente in dienst, die na een klasseverhoging met toepassing van artikel 29 van de nieuwe gemeentewet een hogere salarisschaal hebben gekregen, die salarisschaal op persoonlijke titel behouden zolang ze gunstiger is dan de salarisschaal die zij met toepassing van artikel 122 of artikel 124 zouden krijgen.
De waarborgregeling die deze bepalingen inhouden, is – louter – ten gunste van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder in dienst. De functies van algemeen directeur en van financieel directeur zijn evenwel andere, nieuwe betrekkingen, waarvoor een eigen, aan deze nieuwe functies aangepaste, salarisschaal geldt. Deze salarisschalen worden door artikel 588 van het decreet lokaal bestuur voor alle titularissen van die nieuwe functies eenvormig vastgelegd op, respectievelijk, de organieke salarisschaal van de gemeentesecretaris bepaald in artikel 122 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, verhoogd met 30 %, en de organieke salarisschaal van de financieel beheerder bepaald in artikel 124 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, verhoogd met 30 %.
18. De prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof die verzoekster in de laatste memorie met betrekking tot het eerste middelonderdeel oppert, is een letterlijke overname van de vraag die haar algemeen directeur in zijn eigen beroep tegen het besluit van de Vlaamse minister van 20 maart 2019 suggereerde (A. 228.142/X-17.502). De vraag is in arrest nr. 251.720 van 1 oktober 2021 als volgt afgedaan:
“Verzoeker gaat ervan uit dat de decreetgever met artikel 588 van het decreet lokaal bestuur beoogd heeft de (alle) gewezen secretarissen die als algemeen directeur worden aangesteld een salarisschaalverhoging met 30 % te bezorgen, zodat de toepassing ervan in de interpretatie die de verwerende partij voorstaat, leidt tot een verschil in behandeling tussen de gewezen gemeentesecretarissen die voorheen de salarisschaal bepaald in artikel 122 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit genoten en de voormalige gemeentesecretarissen die voorheen op persoonlijke titel een hogere salarisschaal hadden. Dat uitgangspunt is verkeerd. Met de bepaling heeft de decreetgever alleen beoogd te voorzien in een uniforme salarisschaal voor al wie titularis wordt van de nieuwe functie van algemeen directeur. Dat artikel 588 deze salarisschaal vastlegt op wat is bepaald in artikel 122 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit, plús 30 %, doet daar niet aan af. De aldus voorgeschreven salarisschaal wordt voorts voor iedere tot algemeen directeur aangestelde gemeentesecretaris op gelijke wijze toegepast.
Er is geen aanleiding toe om het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag te stellen die op een foutieve premisse berust.”
De Raad van State blijft bij die beoordeling.
19. Het eerste middelonderdeel wordt verworpen.
20. Uit het feitenrelaas, sub 3, in fine, en de beoordeling van het eerste middelonderdeel van het tweede middel volgen dat het bestreden ministerieel besluit een formeel toereikende en een deugdelijke motivering bevat ter verantwoording van de vernietiging van de salarisschalen van de algemeen en financieel directeur die de gemeenteraad vaststelde.
21. Dat de zienswijze van de verwerende partij betekent dat in concreto eerst de salarisschaal van een individuele functiehouder wordt verlaagd, om ze dan te verhogen naar aanleiding van een aangepast takenpakket, is een onjuiste voorstelling van zaken.
De gemeentesecretaris of financieel beheerder die algemeen, respectievelijk financieel, directeur wordt, verlaat zijn oude functie, om over te stappen naar een nieuwe functie, waaraan een eigen, aangepaste salarisschaal vastzit.
22. Het tweede middelonderdeel wordt verworpen.
23. Artikel 588 van het decreet lokaal bestuur schrijft voor dat de inschaling van de algemeen en de financieel directeur gebeurt “met behoud van zijn geldelijke anciënniteit”. Daarvoor is niet vereist dat voor de salarisschalen die zij in de nieuwe functies van algemeen en financieel directeur genieten, hun persoonlijke salarisschaal als gewezen gemeentesecretaris en gewezen financieel beheerder als basis wordt gebruikt voor de verhoging met 30 %.
24. Zoals reeds sub 17 is overwogen, betreft de waarborgregeling die artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit inhoudt, uitsluitend de gemeentesecretaris en de financieel beheerder in dienst. De waarborg geldt alleen zolang de hogere salarisschalen die de gemeentesecretaris en de financieel beheerder na de klasseverhoging met toepassing van artikel 29 van de nieuwe gemeentewet heeft verkregen, gunstiger zijn dan de salarisschalen die zij met toepassing van artikel 122 of 124 zouden krijgen.
Evenwel zijn de gemeentesecretaris en de financieel beheerder die in de nieuwe functie van algemeen directeur of financieel directeur werden aangesteld, geen gemeentesecretaris of financieel beheerder in dienst meer. Trouwens genieten de voormalige gemeentesecretaris en financieel beheerder in de nieuwe functies van algemeen en van financieel directeur overeenkomstig artikel 588 van het decreet lokaal bestuur een salarisschaal die gunstiger is dan de salarisschaal die zij voorheen als gemeentesecretaris of financieel beheerder genoten.
Bijgevolg kan niet worden bijgevallen dat de rechtspositie van de gewezen gemeentesecretaris en de gewezen financieel beheerder die administratief en financieel directeur worden “er op achteruitgaat”, noch dat de verwerende partij “zonder enige objectieve en redelijke verantwoording” de klasseverhogingen zou hebben afgeschaft die met toepassing van artikel 29 van de nieuwe gemeentewet en artikel 226 van het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit werden toegekend. Hieruit volgt dat de prejudiciële vraag die met betrekking tot het derde middelonderdeel wordt voorgesteld van een foutief uitgangspunt vertrekt en dat geen schending van het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel aannemelijk wordt gemaakt. Er is andermaal geen aanleiding toe om het Grondwettelijk Hof prejudicieel te ondervragen.
25. Ook het derde en laatste middelonderdeel van het tweede middel wordt verworpen.
BESLISSING
1. De Raad van State verwerpt het beroep tot nietigverklaring.
2. De Raad van State verwijst verzoekster in de kosten van het beroep, begroot op het rolrecht van 200 euro, een bijdrage van 20 euro en een aan de verwerende partij verschuldigde rechtsplegingsvergoeding van 700 euro.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van een oktober tweeduizend eenentwintig, door de Raad van State, Xe kamer, samengesteld uit:
Johan Lust, kamervoorzitter,
Jan Clement, staatsraad,
Stephan De Taeye, staatsraad,
bijgestaan door
Frank Bontinck, griffier.
De griffier De voorzitter
Frank Bontinck Johan Lust