Raad van State - Arrest nr. 241.936 van 26 juni 2018 - Beroep tot nietigverklaring
Rechtbank/Hof
Raad van State
Arrestnummer
241.936
Indiener
-
Datum uitspraak arrest
dinsdag 26 juni 2018
Samenvatting
-
Tekst arrest
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
VOORZITTER VAN DE Xe KAMER
ARREST
nr. 241.936 van 26 juni 2018
in de zaak A. 220.906/X-16.803
in de zaak A. 220.906/X-16.803
In zake :
1. Danielle BOSTOEN
2. Frans BOSTOEN
3. Marie-Ange DOSSCHE
4. Stephan BOSTOEN
5. Patrick BOSTOEN
6. de NV IMMEUBLES FAMILAUX DE BELGIQUE
bijgestaan en vertegenwoordigd door
advocaten Filip De Preter en Bert Van Herreweghe
kantoor houdend te 1000 Brussel
Keizerslaan 3
bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
1. het VLAAMSE GEWEST
bijgestaan en vertegenwoordigd door
bijgestaan en vertegenwoordigd door
advocaat Tom De Sutter
kantoor houdend te 9000 Gent
Koning Albertlaan 128
bij wie woonplaats wordt gekozen
2. de DIENSTVERLENENDE VERENIGING VENECO²
bijgestaan en vertegenwoordigd door
advocaat Sven Vernaillen
kantoor houdend te 2018 Antwerpen
Mechelsesteenweg 27
bij wie woonplaats wordt gekozen
I. Voorwerp van het beroep
1. Het beroep, ingesteld op 8 december 2016, strekt tot de nietigverklaring van :
“1. Het besluit [van] 26 september 2016 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding houdende de machtiging tot onteigening verleend aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband Veneco voor de onroerende goederen gelegen te Nazareth, Deinze en Kruishoutem, met het oog op de realisatie van het bedrijventerrein „Groot Prijkels‟.
2. Het besluit van de Raad van Bestuur van Veneco² van 18 oktober 2016 waarmee het verzoek tot zelfrealisatie en samenwerking van de verzoekende partijen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein „Groot Prijkels‟ wordt verworpen.”
II. Verloop van de rechtspleging
2. De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord ingediend. Auditeur Joke Goris heeft een verslag opgesteld, op grond van artikel 93 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 „tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State‟. De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 15 juni 2018. Kamervoorzitter Johan Lust heeft verslag uitgebracht. Advocaat Jonas Van Orshoven, die loco advocaten Filip De Preter en Bert Van Herreweghe verschijnt voor de verzoekende partijen, en advocaat Annelies Geerts, die loco advocaat Tom De Sutter verschijnt voor de eerste verwerende partij, en die loco advocaat Sven Vernaillen verschijnt voor de tweede verwerende partij, zijn gehoord. Auditeur Joke Goris heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven, behoudens wat de kosten betreft. Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Kortedebattenprocedure
3. Ter realisatie van het deelplan “Regionaal bedrijventerrein Groot Prijkels” van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze”, stelt de dienstverlenende vereniging Veneco² op 19 mei 2015 het onteigeningsplan “Groot Prijkels” definitief vast. Het plan omvat innemingen van gronden te Deinze, toebehorend aan de eerste vijf verzoekende partijen.
Voor de onteigening wordt aan de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding een onteigeningsmachtiging gevraagd. Van hun kant vragen de eerste vijf verzoekende partijen aan de minister om de onteigeningsmachtiging niet te verlenen, omdat zij het onteigeningsdoel zelf willen realiseren. De minister antwoordt met een brief van 26 september 2016 dat niet is voldaan aan de decretale voorwaarden voor zelfrealisatie; voor een globale ontwikkeling van het gebied wordt een globale aanpak noodzakelijk geacht en een onteigening zou daartoe de meeste garanties bieden. Met een besluit van, eveneens, 26 september 2016 wordt Veneco² ertoe gemachtigd over te gaan tot de gerechtelijke onteigening met het oog op de ontwikkeling van het plangebied “Groot Prijkels”. Dit is de eerste bestreden beslissing.
Op 18 oktober 2016 besluit de raad van bestuur van Veneco² de vraag tot samenwerking met en zelfrealisatie door de eerste vijf verzoekende partijen te verwerpen onder meer omdat het betrokken deelplan gerealiseerd moet worden “vanuit één globale visie en niet middels een versnipperde samenwerking met en realisatie door telkens verscheidene particuliere eigenaars”. Indien geen akkoord kan worden gesloten tot aankoop van hun gronden, zal worden overgegaan tot de gerechtelijke onteigeningsprocedure. Dit is de tweede bestreden beslissing.
Ook de zesde verzoekende partij heeft een verzoek tot zelfrealisatie geformuleerd. Een eventuele uitspraak hierover behoort niet tot het voorwerp van het beroep.
4. Intussen zijn de eerste vijf verzoekende partijen, sinds kort na het instellen van het beroep, geen eigenaar meer van de voormelde gronden te Deinze, zodat niet blijkt dat hun belang nog actueel is.
Daaruit volgt dat het voorliggende beroep onontvankelijk is geworden wat de bestreden weigering tot zelfrealisatie aangaat, die alleen tot de eerste vijf verzoekende partijen is gericht, evenals wat de machtiging tot onteigening betreft in zoverre althans het beroep uitgaat van de eerste vijf verzoekende partijen.
5. Wat het overige betreft – de vordering tot nietigverklaring van de onteigeningsmachtiging in zoverre ze van de zesde verzoekende partij uitgaat – is de Raad van State zonder rechtsmacht.
Naar immers voorts blijkt, heeft de tweede verwerende partij op 8 juni 2018, met toepassing van het decreet van 24 februari 2017 „betreffende onteigening voor het algemeen nut‟, de dagvaarding aan de zesde verzoekende partij laten betekenen om te verschijnen voor de vrederechter van het kanton Deinze teneinde de onteigening te horen uitspreken.
Wanneer aldus de onteigenende overheid de vordering tot onteigening bij de vrederechter heeft ingeleid, heeft deze als opdracht de voor de onteigening vereiste besluiten zowel op hun interne als op hun externe wettigheid te toetsen. Die bevoegdheid van de gewone rechter sluit de bevoegdheid van de Raad van State uit om kennis te nemen van een beroep tot nietigverklaring van die handelingen; de bevoegdheidsuitsluiting geldt vanaf de dagvaarding om voor de gewone rechter te verschijnen en ten aanzien van de personen die tot die procedure toegang hebben.
6. Het beroep wordt in zijn geheel verworpen.
BESLISSING
1. De Raad van State verwerpt het beroep.
2. De Raad van State verwijst de verwerende partijen, elk voor de helft, in de kosten van het beroep van de zesde verzoekende partij, begroot op het rolrecht van 200 euro en een aan haar verschuldigde rechtsplegingsvergoeding van 700 euro.
De kosten van het beroep van de eerste vijf verzoekende partijen, begroot op een rolrecht van 1000 euro zijn, pro rata, te hunnen laste.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van zesentwintig juni 2018, door de Raad van State, Xe kamer, samengesteld uit:
Johan Lust, kamervoorzitter,
bijgestaan door
Silvan De Clercq, griffier.