Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 67/2018 van 7 juni 2018 - Prejudiciële vraag - Overlegcomité gemeente/OCMW in de randgemeenten en Voeren

Rechtbank/Hof
Grondwettelijk Hof
Arrestnummer
67/2018
Indiener
-
Datum uitspraak arrest
donderdag 7 juni 2018
Samenvatting
Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 67/2018 van 7 juni 2018 - Prejudiciële vraag -  Overlegcomité gemeente/OCMW in de randgemeenten en Voeren
 
Rechtbank/Hof                   Grondwettelijk Hof
Arrestnummer                     67/2018
Datum uitspraak arrest        7 juni 2018
 
 
Sint-Genesius-Rode stelde een nietigverklaring in, d.d. 24 maart 2014, van het MB van 23 januari 2014 houdende vernietiging van het besluit van de gemeenteraad van 24 september 2013 betreffende de oprichting van een overlegcomité gemeente/OCMW.
 
Bij arrest van de Raad van State, nr. 236.978 van 9 januari 2017 werd beslist om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof.
 
Op 7 juni 2018 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat artikel 21 van het decreet van 7 juli 2006 niet in overeenstemming is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7bis BWHI, in zoverre het artikel 26 van de OCMW-Wet heeft vervangen voor de randgemeenten en de gemeente Voeren. Het Grondwettelijk Hof is met andere woorden van oordeel dat de afschaffing van het overlegcomité gemeente/OCMW in de randgemeenten en Voeren niet grondwettig is.
 
Het gaat hier over het structureel overleg tussen gemeente en OCMW in het overlegcomité, zoals dit was voorzien in de artikelen 26, §2, 26bis en 26ter van de OCMW-wet. Dit overlegcomité is afgeschaft in alle Vlaamse gemeenten, maar daar waar in de overige Vlaamse gemeenten de voorzitter van het OCMW werd toegevoegd aan het schepencollege, is dit in de randgemeenten en Voeren niet het geval omwille van de rechtstreekse verkiezing van het schepencollege. Hierdoor is er geen enkele vorm meer van structureel overleg in deze gemeenten, en dit vindt het Grondwettelijk Hof niet aanvaardbaar.
 
Er moet dus opnieuw een vorm van structureel overleg worden ingevoerd in de randgemeenten en Voeren. De eenvoudigste optie lijkt te zijn om voor deze gemeenten het overlegcomité opnieuw in te voeren.
 
De Raad van State oordeelde vervolgens, d.d. 13 november 2018, dat het bestreden besluit van de minister vernietigd moest worden. De minister heeft het besluit van 23 januari 2014 dan ook ingetrokken bij besluit van 19 december 2018.
 
Het decreet van 21 december 2018 houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad op 31 december 2018 en in werking treedt op 1 januari 2019, voerde een nieuw artikel 538/1 in.
 
Dit artikel luidt als volgt:
"Art. 538/1. § 1. In de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, wordt een overlegcomité opgericht dat is samengesteld uit een delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn en een delegatie van de gemeenteraad. Die delegaties omvatten in elk geval de burgemeester of de schepen die de burgemeester heeft aangewezen, en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het overlegcomité wordt opgericht door een beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de gemeenteraad.

 

Tekst arrest

/