Investeringen in fietssnelwegen (provincies)
Vlaanderen legt 1 euro bij voor elke 1 euro die provincies investeren in fietssnelwegen. Het bedrag van 45 miljoen euro dat daarvoor beschikbaar is, wordt verdeeld op basis een trekkingsrecht van 9 miljoen euro per provincie.
Vragen? Contacteer ons!
- 1 euro voor elke 1 euro die provincies investeren.
Investeringen in fietssnelwegen.
Tot 15 november 2022 kon elke provincie één of meerdere projecten aanmelden waarvoor ze een beroep wil doen op deze subsidie.
In 2 schijven, telkens na verwerking van de aanvraag:
- een eerste schijf van 80% van het geraamde subsidiebedrag op basis van de geraamde kosten van het project;
- het saldo van het subsidiebedrag, na voltooiing van de werken en de financiële beoordeling (uiterlijk op 31 december 2025).
Vraag en antwoord
Welke projecten komen in aanmerking?
De subsidie kan worden gebruikt voor:
- de aanleg, heraanleg of herinrichting van fietssnelwegen;
- de aanleg van kunstwerken die een onderdeel vormen van de fietssnelwegen.
Daarnaast komen ook volgende kosten in aanmerking:
- de aanpassing aan kruispunten of rotondes ingevolge de inpassing van de fietsinfrastructuur ter hoogte van de uitmondende zijstraten;
- de aanleg en de uitrusting waar nodig van gelijkvloerse en ongelijkvloerse fietsoversteekplaatsen;
- de verlenging van dwarse duikers of onderbruggingen onder de fietsinfrastructuur;
- als dat voor de aanleg of de verbetering van de fietssnelwegen noodzakelijk is, de aanpassing, verplaatsing of nieuwe aanleg van een waterafvoersysteem voor hemelwater dat kan bestaan uit bermsloten, daarin begrepen de duikers, draineersleuven of RWA-rioolleidingen, met inbegrip van toebehoren. In het geval van nieuw aan te leggen RWA-rioolleidingen komt alleen het deel van de kosten in aanmerking in verhouding tot de waterafvoer afkomstig van het fietspad. De vernieuwing of de aanpassing van de DWA-riolering is niet subsidiabel, met uitzondering van de kostprijs voor het op de juiste hoogte brengen van de bovenbouw van bestaande inspectieputten in de verharding van de fietssnelwegen en de levering en plaatsing van geschikte riooldeksels;
- de aanpassing, vernieuwing of aanleg van de openbare verlichting in functie van de realisatie van de fietssnelweg;
- studie en ontwerp, voor zover die leiden tot een effectief uitgevoerd project en niet gebeuren door eigen personeel van de provincie;
- onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de fietssnelwegen;
- de niet-aftrekbare belasting over de toevoegde waarde.
Wat betreft de tijdslijn van de investeringen is belangrijk dat de gunning van de werken moet plaatsvinden na 15 juli 2022. Vergoedingen voor onteigeningen (om ruimte te kunnen creëren voor fietssnelwegen) die noodzakelijk zijn voor de realisatie, kosten voor externe studieopdrachten die resulteren in effectieve uitvoering van het project, enz. kunnen in aanmerking worden genomen voor hoofdwerken die vanaf 15 juli 2022 gegund werden. Ook bij deze afweging speelt de projectstuurgroep een belangrijke rol: de kostenraming maakt immers deel uit van het dossier dat de projectstuurgroep beoordeelt.
De subsidie is niet combineerbaar met de gereglementeerde subsidies die vanuit het beleidsdomein MOW toegekend worden voor de uitbouw van fietsinfrastructuur. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering verbiedt een dubbele subsidie op projectniveau. Het is dus niet mogelijk om een project enerzijds te laten subsidiëren via het Fietsfonds en anderzijds de kosten die binnen Fietsfonds niet subsidiabel zijn (onteigeningen bv) voor deze nieuwe subsidie in te dienen.
Wat valt allemaal onder fietssnelwegen?
De subsidieregeling richt zich op de aanleg, heraanleg of herinrichting van fietssnelwegen of het duurzaam en structureel onderhoud van fietssnelwegen. Volgende types projecten komen zeker in aanmerking:
- de aanleg, heraanleg of herinrichting van fietssnelwegen;
- het structureel onderhoud van fietssnelwegen, zoals het affrezen van toplagen en /of vervangen ervan door rode asfaltlagen;
- de punctuele (her)inrichting van kruispunten, verkeersinrichtingen en oversteekplaatsen; waaronder verkeerslichten en inclusief maatregelen die ingrijpen op het gemotoriseerd verkeer, met het oog op meer fietsveiligheid.
Alle projecten worden voorgelegd aan de projectstuurgroep, die de investeringsprojecten functioneel / inhoudelijk beoordeelt. Dit gebeurt idealiter vóór de aanvraag van de vergunningen. De initiatiefnemer zorgt ervoor dat de projectstuurgroep adequaat samengesteld wordt en over de nodige documenten en informatie beschikt voor een kwalitatieve afweging.
Projecten die zich beperken tot het aanbrengen van signalisatie en wegmarkeringen komen niet in aanmerking voor de subsidie. De loutere aanleg van fietssuggestiestroken volstaat dus niet. Tenzij deze fietssuggestiestroken slechts een minimaal onderdeel uitmaken van een fietssnelweg; en waarbij de suggestiestrook de enige manier is om een fietstraject zonder onderbreking te realiseren.
De bouw van fietsparkeersystemen, fietsstallingen, fietsparkeergebouwen (centrumstalling of buurtstalling) en de inrichting van gebouwen voor fietsstallingen (stallingssystemen, detectie, toegangscontrole,…) komen niet aanmerking. Dergelijke investeringen zijn weliswaar belangrijk en nuttig, maar leiden niet tot veiliger of comfortabeler fietskilometers.
Hoeveel bedraagt de subsidie?
De subsidie bedraagt de helft van het provinciale aandeel in de kostprijs van deze investeringsprojecten. Vlaanderen legt 1 euro bij voor elke 1 euro die provinciaal wordt geïnvesteerd in fietssnelwegen.
Het subsidiebedrag per provincie is beperkt tot het trekkingsrecht van 9 miljoen euro. Provincies kunnen projecten combineren tot dat maximum is bereikt.
De Vlaamse Regering legde op 16 december 2022 de maximale subsidie vast. Deze bedraagt 9 miljoen euro voor de provincie Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Voor de provincie West-Vlaanderen bedraagt de maximale subsidie 8.731.753,54 euro.
Hoe tekent een provincie in op de subsidie?
Tot 15 november 2022 kon elke provincie één of meerdere projecten aanmelden waarvoor ze een beroep wil doen op deze subsidie.
Pas na overleg met de projectstuurgroep en na gunning van de werken kan de provincie een eerste schijf (80%) van de subsidie aanvragen.
Tot 15 september 2025 kan de provincie, op basis van de facturen, de uitbetaling van het saldo vragen.
Zowel de aanmelding als de beide aanvragen tot uitbetaling gebeuren via het Loket voor Lokale Besturen, module subsidiebeheer. De rechten tot deze toepassing kan u aanvragen bij uw lokale beheerder (Gebruikersrecht = Loket voor Lokale Besturen, Context = Subsidies).
Welke informatie is nodig bij de aanmelding van een project?
Bij de aanmelding van de projecten vragen we volgende informatie over elk project:
- Identificatie van het project: een nummer en een naam, vrij te kiezen door het bestuur.
- Een raming van de totale kostprijs van het project.
- De provincieraadsbeslissing of de beslissing van de bestendige deputatie tot aanvraag van het project.
- Het geschatte aantal kilometers voor:
- verbeterde fietssnelweg;
- nieuwe fietssnelweg.
- Naam en contactgegevens van de contactpersoon voor het project.
Welke informatie is nodig bij de aanvraag van de eerste schijf?
Bij de aanvraag van de eerste subsidieschijf wordt via het digitaal loket de volgende informatie gevraagd:
- Identificatie van het project.
- Het rekeningnummer voor de uitbetaling.
- Een raming van de totale kostprijs van het project.
- Een of meerdere foto’s van de situatie vóór de opstart van het project.
- Het verslag van de projectstuurgroep.
- De gunningsbeslissing en de overeenkomst met de opdrachtnemer(s).
- Het gegunde aantal kilometers voor:
- verbeterde fietssnelweg;
- nieuwe fietssnelweg.
- Naam en contactgegevens van de contactpersoon voor het project.
- Het gunningsverslag.
- De unieke verantwoordingsnota.
Welke informatie is nodig bij de aanvraag van het saldo?
Bij de aanvraag van de tweede subsidieschijf (het saldo) wordt via het digitaal loket de volgende informatie gevraagd:
- Identificatie van het project.
- Het rekeningnummer voor de uitbetaling.
- De totale kostprijs van het project.
- Een of meerdere foto’s van de situatie na de afronding van het project.
- Alle facturen voor het afgeronde project.
- Het uitgevoerde aantal kilometers:
- verbeterde fietssnelweg;
- nieuwe fietssnelweg.
- Naam en contactgegevens van de contactpersoon voor het project.
Wanneer wordt de subsidie uitbetaald?
De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven, telkens na verwerking van de aanvraag:
- een eerste schijf van 80% van het geraamde subsidiebedrag op basis van de geraamde kosten van het project;
- het saldo van het subsidiebedrag, na voltooiing van de werken en de financiële beoordeling (uiterlijk op 31 december 2025).
Wat is de projectstuurgroep?
Bij de aanvraag van de eerste schijf van de subsidie moet het verslag van de projectstuurgroep worden gevoegd. Uit dat verslag moet blijken dat de subsidieaanvraag voldoet aan de inhoudelijke voorwaarden, waardoor het meteen ook de functionele beoordeling uitmaakt van de subsidieaanvraag.
De projectstuurgroep is de stuurgroep uit het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid. Daarin is naast de provincie (als initiatiefnemer) ook het departement Mobiliteit en Openbare Werken vertegenwoordigd. Die projectstuurgroep mag geen afbreuk doen aan de lokale autonomie, maar verzekert een inhoudelijke bewaking van de investeringsprojecten voordat de subsidieaanvraag effectief wordt ingediend.
Wat betekent de betrokkenheid van de Europese Unie?
Het Kopenhagenplan is onderdeel van het relanceplan “Vlaamse Veerkracht” en vond zijn oorsprong tijdens de septemberverklaring 2020. Nadien werd het Vlaamse plan gekoppeld aan het federale Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV). Het nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht is er gekomen onder impuls van het Europese Recovery and Resilience Facility (RRF) project, waarbij voor elke lidstaat uit deze faciliteit een subsidie in het vooruitzicht werd gesteld. In het nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht zijn zes assen opgenomen, waaronder mobiliteit. Het Kopenhagenplan is één van de 29 Vlaamse projecten die werden gekoppeld aan het RRF.
Door die koppeling van het Kopenhagenplan aan het PHV kan een groot deel van de middelen van het Kopenhagenplan gesubsidieerd worden met Europese middelen.
Voor de provincie betekent deze koppeling:
- dat bij de verwerking van de aanvraag van de subsidie enkele bijkomende documenten kunnen worden opgevraagd door het Agentschap Binnenlands Bestuur.
- dat bij de aanleg van de fietssnelwegen expliciet verwezen wordt naar de Vlaamse overheid en de Europese Unie als subsidiërende overheden.
- Deze verwijzing kan bijvoorbeeld door middel van een werfbord, zoals hieronder opgenomen. De templates kan u vinden op: https://overheid.vlaanderen.be/logo-voor-subsidiering-en-sponsoring en op de EU-website.