Subsidie buitenschoolse kinderopvang
De Vlaamse Regering besliste op 15 mei om een subsidie toe te kennen aan lokale besturen voor de opvangplaatsen die ze samen met lokale actoren organiseren voor schoolkinderen. Dat moet ertoe bijdragen dat er opvang is voor alle schoolkinderen die vanaf 15 mei voorlopig niet naar de klas kunnen, maar wel moeten worden opgevangen tijdens de schooluren. Lokale besturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie kunnen beroep doen op de subsidie wanneer het opvangaanbod van het brede onderwijsveld en van de organisatoren buitenschoolse opvang niet volstaat.
Je kan terecht bij VVSG voor vragen over subsidie voor opvang van schoolkinderen.
€ 30 per kind per dag -> € 43.484.661
Creatie bijkomende opvangcapaciteit buitenschoolse kinderopvang
Na aanvraag (tot uiterlijk 1 september 2020)
Controle door ABB en Agentschap Opgroeien
- AR: 7405/9 Specifieke werkingssubsidies
- BV: 0945 Kinderopvang
- ESC: 300 Vlaamse overheid
Vraag en antwoord
Aan welke voorwaarden moet het lokaal bestuur voldoen?
Artikel 5 van het besluit benoemt de voorwaarden waaraan een lokaal bestuur moet voldoen om de subsidie te kunnen aanvragen en ontvangen:
- Het lokaal bestuur dient tijdig een correcte en volledige aanvraag in;
- Het lokaal bestuur leeft de voorwaarde inzake de getrapte organisatie van de opvang na en neemt hierin een regierol op; Deze getrapte organisatie gaat als volgt:
- In eerste instantie wordt de opvang door de scholen zelf georganiseerd, met maximale inzet van het beschikbare personeel en de beschikbare infrastructuur in het brede onderwijsveld. Het gaat hier over het inschakelen van turn- en leerkrachten levensbeschouwelijke vakken wanneer die geen les kunnen geven, ondersteunend personeel, CLB, DKO, Volwassenenonderwijs enzoverder met respect voor hun opdrachten en primaire taken.
- In tweede instantie en enkel indien de opvang van schoolkinderen op school zoals vermeld in stap 1 niet volstaat, bekijkt het lokaal bestuur, vanuit zijn regierol, samen met andere lokale actoren of alsnog veilige opvang kan worden gerealiseerd door flexibele inzet van alle bestaande middelen waarover deze lokale actoren beschikken. Organisatoren buitenschoolse opvang worden in deze stap door het lokaal bestuur als prioritaire partner betrokken.
- In derde instantie en enkel in het geval dat de opvang vermeld in punt 1° en punt 2° niet volstaat, wordt de opvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod. Het lokale bestuur neemt hier een regierol op en geeft hierbij gelijke kansen aan elke lokale actor.
- In laatste instantie, als in samenspraak met alle actoren geen oplossing wordt gevonden, dan zal de school haar heropstart herbekijken.
- Het lokaal bestuur werkt voor de organisatie van de opvang in onderling overleg samen met andere lokale actoren. Een gelijke behandeling van het publiek aanbod en het privaat initiatief staat daarbij voorop (zie andere relevante vragen).
- Het lokaal bestuur sluit met de andere lokale actoren die mee noodopvang organiseren een overeenkomst voor opvang af. Agentschap Opgroeien maakte werk van een modelovereenkomst.
- De lokale besturen vergoeden de lokale actoren voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod (zie andere relevante vragen).
Welke lokale actoren kunnen een bijkomend opvangaanbod realiseren en daarvoor een subsidie ontvangen?
In het besluit zijn een aantal actoren benoemd die bijkomend opvangaanbod kunnen realiseren en daarvoor subsidie kunnen krijgen. Deze lijst is niet limitatief.
Het gaat om volgende actoren:
- Het lokaal bestuur zelf.
- Organisatoren van buitenschoolse opvang die bijkomend opvangaanbod willen creëren tijdens de schooluren en die eerst alle beschikbare en op een andere manier gesubsidieerde middelen hebben ingezet voor buitenschoolse opvang tijdens de normale uren (voor en na de schooluren) of voor opvang tijdens de schooluren. Deze gesubsidieerde organisatoren buitenschoolse opvang worden verondersteld eerst de beschikbare middelen maximaal in te zetten alvorens de extra subsidie aan te vragen.
- Bestaande en reeds bekende organisatoren buitenschoolse opvang waarvoor geen vergunning, attest van toezicht, erkenning of toestemming door Opgroeien regie toegekend werd.
- Jeugdwerkinitiatieven of sportwerkinitiatieven.
Ook organisatoren met een vergunning kinderopvang van baby’s en peuters kan buitenschoolse kinderen opvangen tijdens de schooluren. Maar deze organisatoren kunnen geen aanspraak maken op de subsidie. De prestaties die door deze organisator geleverd worden voor opvang van schoolkinderen, worden door het agentschap Opgroeien regie gesubsidieerd volgens de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang en het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning. Een ouder die voor de noodopvang beroep doet op een dergelijke organisator met een vergunning kinderopvang van baby’s en peuters betaalt de gewoonlijke ouderbijdrage.
Ook de informele opvang (grootouders, familie en vrienden die instaan voor de opvang) komt niet in aanmerking voor de subsidie.
Op welke subsidie hebben een lokaal bestuur en een lokale actor recht?
Artikel 3 van het besluit bepaalt de subsidiebedragen waarop een lokaal bestuur en lokale actor recht hebben:
- voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;
- voor de inzet van infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.
Lokale actoren hebben voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod recht op deze bedragen. Het lokaal bestuur wordt verplicht de lokale actoren binnen de maand volgend op de maand waarin de opvang uitgevoerd werd uit te betalen.
Onder de inzet van infrastructuur wordt begrepen: kosten die gemaakt worden voor infrastructuur en daarmee gepaard gaande kosten, omkadering, verbruiksmaterialen, wifi, dagelijkse ontsmetting, schoonmaak, georganiseerd vervoer...
Aan welke voorwaarden moet de opvang voldoen?
Artikel 7 van het besluit bepaalt de voorwaarden voor de opvang. De opvang komt in aanmerking voor een subsidie als het gaat om:
- De creatie van bijkomend opvangaanbod (benoemd in stap 3) volgens het getrapt systeem: noch de opvang die wordt georganiseerd door scholen met inzet van het beschikbare personeel, noch de opvang die wordt georganiseerd door een organisator buitenschoolse kinderopvang met de middelen die hij nog ter beschikking heeft van zijn reguliere subsidie.
- De creatie van bijkomend opvangaanbod dat door geen enkele andere steunmaatregel of financieringsbron gecompenseerd wordt.
- Opvang tijdens de schooluren van schoolkinderen voor wie in het kader van de gefaseerde afbouw van de coronamaatregelen nog geen of slechts gedeeltelijk onderwijs op school georganiseerd wordt, maar die wel nood hebben aan opvang. Opvang voor of na de schooluren komt niet in aanmerking voor de subsidie.
- De informele opvang (grootouders, familie en vrienden die instaan voor de opvang) komt niet in aanmerking voor de subsidie.
- Opvang die georganiseerd wordt in de periode van 15 mei 2020 tot en met 30 juni 2020. Opvang die voor of na die periode wordt georganiseerd komt niet in aanmerking.
- Opvang die kosteloos georganiseerd wordt voor de ouders. Een actor kan wel een bedrag aanrekenen aan ouders voor verbruik, zoals fruit, koek en drank.
De opvang wordt georganiseerd rekening houdend met de bepalingen die zijn opgenomen in het draaiboek van Kind & Gezin over opvang van schoolkinderen tijdens de corona-epidemie (pdf).
Hoe deze subsidie aanvragen en krijgen?
Artikel 6 van het besluit bevat meer informatie over de aanvraag van de subsidie.
Om de subsidie te ontvangen, dient het lokaal bestuur tegen 1 september 2020 een aanvraag in bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. ABB maakt een aanvraagformulier op (in opmaak).
Daarin neemt het lokaal bestuur onder meer deze informatie op:
- een verklaring op eer over het aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de opvang;
- een eindverslag inzake de organisatie van de opvang, dat minstens het volgende bevat:
- een overzicht van het aantal effectief opgevangen kinderen, opgesplitst in functie van:
- waarvoor enkel de subsidie inzet personeel gerechtvaardigd is, opgesplitst naar halve dagen en volle dagen;
- waarvoor enkel de subsidie inzet infrastructuur gerechtvaardigd is;
- waarvoor zowel de subsidie inzet personeel en infrastructuur gerechtvaardigd is, opgesplitst naar halve dagen en volle dagen.
- een overzicht van de lokale actoren die instonden voor het organiseren van de opvang;
- een overzicht van het aantal effectief opgevangen kinderen, opgesplitst in functie van:
- een verklaring op erewoord over het feit dat de organisator de voorwaarden vermeld in dit besluit naleeft.
Hoe vraag je de subsidie aan?
Een gemachtigde vertegenwoordiger van het lokale bestuur (burgemeester, schepen, algemeen directeur, verantwoordelijke kinderopvang enz.) ondertekent de aanvraag. Er mag slechts 1 aanvraag per lokaal bestuur ingediend worden.
Het lokale bestuur mailt het aanvraagformulier (docx) en het eindverslag tegen 1 september 2020 naar coronasubsidielokalebesturen@vlaanderen.be. Gebruik voor het eindverslag het excelsjabloon (xlsx). U ontvangt een automatische ontvangstbevestiging.
De aanvraag is ontvankelijk als ze:
- tijdig werd ingediend;
- volledig is (aanvraagformulier + eindverslag);
- ondertekend is door een door het lokaal bestuur daartoe gemachtigde vertegenwoordiger.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur betaalt het volledige subsidiebedrag als het lokale bestuur voldoet aan de voorwaarden om de subsidie te ontvangen. Dat gebeurt zo snel mogelijk en uiterlijk op 31 december 2020.
Blijft de projectsubsidie nog van toepassing na de heropstart van het onderwijs in juni?
Ja, het lokaal bestuur kan blijvend rekenen op de projectsubsidie voor de opvang van schoolkinderen voor het creëren van bijkomend opvangaanbod, zoals vermeld in artikel 4, punt 3° van het besluit. Er wordt namelijk verwacht dat er nood blijft aan bijkomende opvang omdat niet alle scholen het maximumscenario van de heropstart van het kleuter- en lager onderwijs kunnen uitwerken.
Andere relevante vragen
Wanneer kan een lokaal bestuur een subsidie aanvragen?
Als voor de creatie van bijkomende opvangplaatsen in stap 3 kosten worden gemaakt voor de inzet van opvangpersoneel of infrastructuur.
Kan ik als lokaal bestuur de noodopvang enkel regelen voor het gemeentelijk onderwijs?
Nee. De opdracht die een lokaal bestuur krijgt om de noodopvang te organiseren krijgt zij in de rol van regisseur en niet in de rol van organisator gemeentelijk onderwijs. Een lokaal bestuur moet de gelijke behandeling van de scholen (en netten) op het grondgebied garanderen.
Moet het aantal aanwezige kinderen enkel geregistreerd worden voor het opvangaanbod dat in aanmerking komt voor de subsidie, of moeten alle kinderen die gebruik maken van de door school georganiseerde schoolopvang geregistreerd worden?
Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet enkel het bijkomend opvangaanbod, zoals vermeld in artikel 4, punt 3° van dit besluit, geregistreerd worden.
Hoe toon je als buitenschoolse kinderopvang aan dat je een bijkomende aanbod realiseert, die vervat zit onder de compensatie van Opgroeien regie?
Een organisator buitenschoolse opvang die een bijkomend opvangaanbod creëert zoals vermeld in artikel 4, 3° van het besluit, bezorgt hierover een verklaring op eer aan het lokaal bestuur en kan op vraag van het agentschap Opgroeien regie en het Agentschap Binnenlands Bestuur ook aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden in dit besluit.
Wie moet wat regelen voor verzekeringen en aansprakelijkheid en wat moet minimaal geregeld zijn?
De lokale actor moet minstens over een verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid beschikken.
Zal ik altijd de in besluit vastgelegde bedragen ontvangen of moet ik de uitgaven staven en kan het bedrag ook lager zijn?
Het lokaal bestuur geeft een overzicht van het aantal effectief opgevangen kinderen. Op basis daarvan wordt het forfaitair bedrag toegekend. De uitgaven moeten niet worden gestaafd, maar het lokaal bestuur bezorgt wel een verklaring op eer over het aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de opvang en een verklaring op erewoord over het feit dat de organisator de voorwaarden vermeld in dit besluit naleeft.
Moet ik als lokaal bestuur deze subsidies dan misschien een half jaar voorschieten?
Als het lokaal bestuur voldoet aan de voorwaarden om de subsidie te ontvangen, betaalt het Agentschap Binnenlands Bestuur het volledige subsidiebedrag zo snel mogelijk uit, uiterlijk op 31 december 2020.
Ik mag als lokaal bestuur de opvang zelf organiseren en/of via lokale actoren. Daarbij moet: 'een gelijke behandeling van publiek aanbod en privaat aanbod voorop staan'. Beperkt dit mij als lokaal bestuur om de opvang zelf te organiseren?
Het lokaal bestuur zoekt vanuit de regierol naar de best mogelijke oplossing voor de opvang van schoolkinderen in onderling overleg samen met andere lokale actoren. Een gelijke behandeling van het publiek aanbod en het privaat initiatief staat daarbij voorop.
Onder welke omstandigheden heeft een school recht op de subsidie?
Lokale besturen die reeds proactief afspraken hebben gemaakt met scholen om in stap drie bijkomende opvangplaatsen te voorzien, komen ook in aanmerking voor de subsidies indien voldaan is aan de voorwaarden in het besluit. Daarbij moet ook de gelijke behandeling van de scholen (en netten) op het grondgebied gegarandeerd worden.
Het gaat dan over scholen die extra kosten moeten maken om in de school opvang te voorzien.
Mag een school de subsidies ook rechtstreeks aanvragen, zonder tussenkomst van het lokaal bestuur?
Nee, de subsidie wordt toegekend aan de lokale besturen, zoals bepaald in artikel 2 van het BVR.