Decreet instemming met overeenkomst inzake vervoer van lijken over land
Artikel 2, tweede paragraaf, van de Overeenkomst van 26 oktober 1973 inzake het vervoer van lijken, opgemaakt te Straatsburg, bepaalt het volgende: “Les Parties contractantes restent libres d'accorder des facilités plus grandes par application soit d'accords bilatéraux, soit de décisions prises d'un commun accord dans des cas d'espèce, notamment lorsqu'il s'agit de transfert entre régions frontalières”.
De Overeenkomst is o.a. gebaseerd op dit artikel van het Verdrag van Straatsburg en heeft tot doel een versoepeling in te voeren van de vereisten voor de doodskisten en van de formaliteiten voor het grensoverschrijdend lijkenvervoer over land tussen België en Frankrijk.
Artikel 2 van de Overeenkomst is het belangrijkste artikel ervan:
Het vervoer van overledenen gebeurt in een ondoordringbare houten kist van ten minste 22 mm dik. Het gebruik van een kist van zink of van een ander metaal blijft zo nodig toegelaten;
Dit is niet van toepassing als het overlijden is veroorzaakt door een van de volgende besmettelijke ziektes: rabiës, orthopoxvirusinfecties, cholera, pest, miltvuur en virale hemorragische koortsen, elke opkomende besmettelijke overdraagbare ziekte (Severe Acute Respiratory Syndrome ...). Deze lijst van besmettelijke ziekten kan worden bijgewerkt door elke Partij;
Het enige document dat vereist is voor het vervoer van lijken van België naar Frankrijk, is een specifiek grensoverschrijdend laissez-passer voor lijken België-Frankrijk, dat wordt afgegeven op basis van de overlijdensakte en het attest van niet-besmettelijke ziekte;
Het enige document dat vereist is voor het vervoer van lijken van Frankrijk naar België, is een laissez-passer voor lijken;
Als de aankomst van het lijk op de plaats van de begraving of crematie niet binnen een termijn van 72 uur kan plaatsvinden, moet het lijk in een kist worden gelegd die voldoet aan de bepalingen van artikel 6, eerste lid, van de Overeenkomst van Straatsburg;
De toestemming van de gerechtelijke autoriteiten is vereist voor het vervoer van overledenen wanneer een autopsie moet worden uitgevoerd vóór het vervoer van het lijk met het oog op de begraving of crematie.
Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de andere internationale verplichtingen van de partijen (artikel 3).
Krachtens artikel 4 is de gemengde commissie, opgericht bij de kaderovereenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Koninkrijk België betreffende de grensoverschrijdende samenwerking inzake gezondheidszorg van 30 september 2005, bevoegd voor opvolging van de uitvoering van de voorliggende overeenkomst.
Artikels 5 stelt dat de overeenkomst geen bijkomende financiële verbintenissen voor de verdragsluitende staten inhoudt.
Tot slot bevat artikel 6 gebruikelijke slotbepalingen, zoals de bepaling inzake inwerkingtreding en opzegging van de overeenkomst.
De Vlaamse Regering hecht haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat instemt met de overeenkomst tussen de federale regering, de gemeenschaps- en gewestregeringen en de Franse regering over het vervoer van lijken over land. Deze overeenkomst houdt een vereenvoudiging in van het verdrag van de Raad van Europa over grensoverschrijdend lijkenvervoer. De vereisten voor de doodskisten en de formaliteiten voor het grensoverschrijdend lijkenvervoer worden versoepeld. Deze versoepeling geldt niet wanneer het overlijden het gevolg is van bepaalde besmettelijke ziekten. Het voorontwerp van instemmingsdecreet wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.